Gisteren was ik met met-K in Utrecht. Ze detecteerde mij op het station terwijl ik me blind stond te staren op een artikel over Simon Vinkenoog en Spinvis in De Pers. We gingen op zoek naar het terrein van De Parade, wat wel even een zoekplaatje bleek. Eenmaal gevonden bleek de toko nog niet open. Dan maar eerst koffie met K met iets erbij.
De Winkel van Sinkel. We kregen een soortemet overjarig melkprutje wat moest doorgaan voor cappuccino en K kreeg een gebakkie met drie haren. En de muts die ons bediende bleek ongesteld, zojuist gedumpt door haar vriend, met 2 gebroken nagels en op te krappe schoenen te lopen. Gelukkig stonk het er niet.
Op de Parade begon K als een bezetene fototjes te trekken. Klik, klik, klik. Ik wilde nog even naar een goed stukkie theater maar K wilde alleen maar klikken. Maar meisjes die heel veel klikken krijgen vanzelf last van hun wijsvingertje. Dus namen we plaats aan een wiebeltafel met een espresso en een lassie om even uit te rusten. We spraken zonder koetjes en kalfjes. K is een slimme mensenkenner, dus probeerde ik te luisteren. Ze had het over een ‘mooi mens’. En ik snapte dat volledig.
We besloten een happie te gaan eten bij Popocatepetl. Alleen: waar zit ‘ie in Utrecht? Ik dus met Google Maps op mijn mobiel aan de slag. “We moeten naar Mexico, K!”. Google Maps was van de leg. Dus liepen we heel autistisch dezelfde route als eerder die middag op zoek naar een etablissement met malse koeien. Het werd Gauchos. Aan de gracht was er geen plaats meer of het moest die tafel zijn waar het lekte. Jaja.
Gauchos van binnen bleek een donker hol, maar dat mocht de pret niet drukken. We hebben een potje zitten lachen terwijl we megalang op ons eten zaten te wachten. Mijn spaatje rood goot ik direct achterover terwijl K piepkleine nipjes van haar 7-upje nam.
Onderweg naar de trein vertelde K nog over haar biologische spijkerbroek en moest ik het merk van haar rechterbil aflezen.
(CC-BY-NC foto: Marco Raaphorst)
Geef een reactie