Vanavond keek ik naar Kunststof TV en Jeroen van Merwijk was aan het woord. Op een gegeven moment vertelde ‘ie dat het publiek nooit weet wat zij wil. Daarom maken kunstenaars wat ze willen maken, wat ze zelf mooi vinden. Het publiek vroeg niet om Dali. Het publiek vroeg niet om Miles Davis’ Kind of Blue. Het publiek vroeg niet aan Jimi om op een feedbackende gitaar The Star-Spangled Banner te spelen.
Toch klopt het niet helemaal wat Van Merwijk beweert. Sterker nog, vaak weet het publiek heel precies wat ze wil en weten bedrijven juist vaak niet helemaal precies wat ze willen. Slimme bedrijven luisteren daarom naar hun klanten. Neem bijvoorbeeld Twitter. Het idee om een online SMS-dienst te bouwen was natuurlijk een slimme zet. Maar de @reply en de retweet werden echter voor 100% verzonnen door het publiek zelf en niet door de ontwikkelaars die in dienst van Twitter waren. Men luisterde dus naar het publiek en maakte er zo een veel meer bruikbare dienst van. Anders was het publiek waarschijnlijk vroegtijds afgehaakt. Bij open source is die invloed van het publiek nog veel sterker. En daarom is open source ook zo krachtig.
Dali, Miles Davis en Jimi, waarom werden zij eigenlijk zo populair? Waarom was het publiek toe aan de verandering van deze vernieuwers? Niemand die het weet. Alleen de massa weet het antwoord.
Geef een reactie