Gisteravond zag ik Rock the war op televisie, een documentaire over de relatie tussen oorlog en popmuziek. Lucky Fonz III kwam aan het woord. En hoewel ik altijd dacht dat hij veel had met de idealen van met name de generatie musici uit de 60er-jaren, dit bleek niet helemaal zo te zijn. Hij noemde John Lennon’s protest “Give Peace A Chance” behoorlijk naïef en sprak uit dat popmuziek haar zeggingskracht kwijt is. Internet zou volgens hem die rol overgenomen hebben.
Maar Lennon koos juist niet alleen voor de liedvorm om aandacht voor zijn idealen te vragen. De Bed-In die hij in het Amsterdamse Hilton samen met Yoko in 1969 deed had niets met muziek te maken. Maar het was wel een hele effectieve manier om aandacht te krijgen.
Als er een muzikant is die de noodzaak om op te komen voor je rechten aan de orde heeft gesteld dan is het Bob Marley wel. Ik mistte hem in deze documentaire. Get up stand up, stand up for your right. En daar is helemaal niets naïefs aan. Mensen proberen te onderdrukken via armoede, via beperkte toegang tot kennis en middelen, via voorrangsregelingen voor bepaalde personen, exclusiviteit, dàt is pas naïef.
Van de week schreef Lucky een protestbrief aan koning Willem-Alexander. Hij kan het dus wel, die Lucky. Maar wat denk je? Slechts 4 retweets…
https://twitter.com/LuckyFonzIII/status/328907263219744770
(foto: Nationaal Archief / CC-BY-SA)
Geef een reactie