The Beatles en de kloof tussen blank en zwart

beatles_get-back

Op de Volkskrant website valt een stuk te lezen waarin Xavier François Baudet beweert dat Beatlemania een negatief effect had op de verhouding tussen blank- en zwart Amerika. Het staat haaks op mijn ideeën over The Beatles en de kloof tussen blank en zwart. Ik zal wat zaken uit het stuk quoten en er op reageren.

Maar zwarten stonden hier anders tegenover dan blanken. Zij zochten juist aansluiting bij de samenleving waar hun blanke leeftijdgenoten zich tegen afzetten. Voor een blanke ‘drop-out’ was er altijd wel een herkansing. Maar tegendraads gedrag kon een zwarte jongere in zeer grote problemen brengen. Zwarte artiesten vermeden aanstootgevend gedrag.

Er zijn veel zwarte artiesten die juist een voorbeeld bleken, als vernieuwers beschouwd moeten worden, evenals The Beatles, en dus juist aanstootgevend gedrag vertoonden. Little Richard bijvoorbeeld. Miles Davis die vanuit de jazz altijd de boel vernieuwd heeft. Jimi Hendrix met zijn wilde podiumkunsten. Of wat te denken van James Brown? En zo kunnen we nog wel een poosje doorgaan.

Blanken vereerden een verouderd beeld van de zwarte cultuur, terwijl contemporaine zwarte sterren nauwelijks aandacht kregen van bijvoorbeeld het muziekblad Rolling Stone. Pas in 1973, zes jaar na de oprichting, schrijft dat blad over Marvin Gaye, terwijl aan Muddy Waters en B.B. King al vele artikelen waren gewijd.

Vanaf 1964 haalden The Beatles (en anderen) ook de banden aan met de folk-beweging. Popteksten werden hierdoor explicieter en maatschappijkritischer, terwijl zwarten gewend waren hun zorgen verhuld te uiten, of zelfs helemaal niet. Met stukken als ‘A Day In The Life’ overtuigden The Beatles de ‘serieuze’ muziekpers, maar ritmisch was dat soort pop te complex om op te dansen, terwijl de discotheek nou juist zo’n plek was waar integratie soms nog een kans had.

Dat Rolling Stone magazine pas vanaf 1973 over wat zwarte artiesten gingen schrijven is regelrechte onzin. Net zo goed als beweren dat The Beatles maatschappijkritische teksten schreven. Heel maatschappijkritisch waren die teksten juist niet. Zwarte Amerikanen gingen daar veel verder in. In 1971 kwam het zeer maatschappijkritische album What’s Going On van Marvin Gaye uit. Ook het maatschappijkritische album There’s a Riot Goin’ On van Sly and the Family Stone kwam in datzelfde jaar uit. Of wat te zeggen van het nummer van James Brown uit 1968, mijn geboortejaar: Say It Loud – I’m Black and I’m Proud? Was het lastig om als zwarte Amerikaan je nek uit te steken toentertijd? Heel lastig. Daarom is het zo goed dat ze dat deden. Daarbij vergeleken zijn The Beatles een stel lieverdjes die over Love & Peace zongen.

The Beatles begonnen een reeks trends waar zwarten niet aan konden of wilden deelnemen. Onbedoeld verstoorden ze daarmee een integratieproces dat door de anticlimax van de Burgerrechtenbeweging en de moord op haar machtigste medestander toch al averij had opgelopen. Zo vergrootten The Beatles de kloof tussen blank en zwart Amerika.

The Beatles waren dol op de sound van Motown. Motown had meer laag in haar sound, een uitdaging omdat teveel laag namelijk de naald uit de plaat kon doen springen. Op haar beurt werd Motown beïnvloed door The Beatles. Reflections van The Supremes uit 1967 is daar een goed voorbeeld van. De eerste Motown productie waarop een synthesizer te horen valt. En de invloeden van The Beatles en The Beach Boys horen we hierop ook duidelijk terug. Ook heeft menig Motown artiest een cover uitvoering van een Beatle liedje op zijn of haar naam staan.

The Beatles stopten in 1966 al met live op te treden. Maar op 30 januari 1969 deden The Beatles een onaangekondigd live concert op het dak van het Apple kantoor. Uiteindelijk werden The Beatles door de Londense politie gesommeerd om dit concert vroegtijdig af te breken. Achter de Fender Rhodes piano zat Billy Preston. Een man met een afro-kapsel dat zo ongeveer nog groter was dan dat van Jimi Hendrix. En over Jimi gesproken, Cynthia Plaster Caster maakte in de 60-er jaren gipsen afgietsels van de penissen van rocksterren. En dus ook die van Jimi. Hij bleek de grootste van allemaal te hebben. Over aanstootgevend gedrag gesproken!

Door Marco Raaphorst

maakt podcasts en muziek

4 reacties

  1. Thanks, nu zit ik dus naar Billy Preston te luisteren. Te gek! Heb hem wel eens bij de Stones gehoord, maar kende zijn werk verder niet zo. How great thou art, is een geweldig nummer. Lang leve Spotify!

  2. Leuk dat je op mijn stuk hebt gereageerd! Ik zie het nu pas, want ik check eigenlijk nooit mezelf op google. Als ik je reacties lees ben ik het met een aantal dingen wel eens. Natúúrlijk waren The Beatles dol op Motown. Inderdaad was Billy Preston hun held en was die waardering wederzijds. Helemaal terecht merk je op dat The Beatles voor Paperback Writer een bas wilden zoals je die op soulplaten hoorde. Maar dat is mijn punt niet. Als je de hitlijsten bekijkt zie je tot 1963 steeds minder verschil in smaak tussen zwarte en blanke luisteraars. Maar na 1964 treedt een enorme re-segregatie op. De hitlijst wordt in 1965 zelfs weer gescheiden, nadat ie in 1963 was samengevoegd tot één geïntegreerde lijst. De smaken begonnen te ver uiteen te lopen. De zwarte popcultuur leek steeds minder op de blanke. BBKing en Muddy Waters hadden had bijvoorbeeld een stevige aanhang onder de blanke jeugd. Maar zwarte jongeren vonden dat soort muziek een beetje ouderwets. Check de biografie van BB King maar, of de eerste 40 edities van het blad Rolling Stone. Heel veel aandacht voor bluesartiesten van een jaar of 40. Maar nauwelijks voor de zwarte sterren van het moment: Marvin Gaye, Smokey Robinson etcetera. Jimi Hendrix is een schoolvoorbeeld van een zwarte artiest die het niet redde in de VS omdat geen label het met hem aandurfde. Pas toen hij naar Engeland vertrok en door McCartney werd getipt voor het Monterrey popfestival kreeg hij in de VS een aanhang. Die aanhang was overwegend blank. Miles Davis, John Coltrane en andere jazzvernieuwers, maakten wel opruiende opmerkingen geinspireerd op black pride , maar ook zij speelden in toenemende mate voor een blank publiek. James Brown was inderdaad een flamboyante, ruige artiest, maar wist je dat hij zich zo min mogelijk inliet met de burgerrchtenbeweging? Hijvoerde campagne voor Richard Nixon, en Say It Loud maakte hij min of meer onder druk van de Panthers. Ik geef overigens toe dat ik het in mijn scriptie vooral over Motown had, omdat het een all-black organisatie was. Maar het viel mij op dat het gemengde Stax gemiddeld veel ruigere platen uitbracht dan Motown. Motown sterren werden echt ontzettend in het gareel gehouden door Berry Gordy. The Jacksons bijvoorbeeld werden bijna ontslagen toen ze toegaven dat hun Afrokapsels een politiek statement waren. Distortion werd pas in 1968 voor het eerst op een Motown plaat toegestaan en daar voor werd (je raadt het al) een blanke sessiemusicus ingehuurd: Denis Coffey die later trouwens Rodriguez zou produceren. Op de grote popfestivals in de jaren ’60 zie je zeer weinig zwarten, ook als er zoals op Woodstock wel zwarte acts spelen. Het beroemdste voorbeeld van een zwarte festivalbezoeker in de jaren ’60 blijft echter Meredith Hunter, die tijdens Altamont werd doodgestoken. Mijn verklaring is dat de sociale positie van de zwarten hen simpelweg de mogelijkheid ontnam zich af te zetten tegen het establishment zoals blanke jongeren dat konden. Een interssant boek, en mijn belangrijkste bron is ‘Just My Soul Responding’ van Brian Ward. Maar hij is niet de enige. Er bestaat veel consensus over. Groeten, Xavier

    1. Dank voor je uitgebreide reactie Xavier. Misschien dat ik het een keer verder kan gaan onderzoeken. Ik vind het zeker een interessant onderwerp. De kloof tussen blank en zwart en dan niet alleen vanuit popmuziek bezien maar ook vanuit de jazz.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.