Jason Kottke blogt dat het bloggen weer een heet nieuw ding is

Een paar ex-bloggers zijn weer aan het bloggen geslagen en Jason Kottke krijgt het er warm van. Onder wie Lockhart Steele, oprichter van Curbed Media en de editorial director van Vox Media die op The Verge onder meer de volgende keiharde statements maakt:

It’s been a lot of fun over the last month to watch Nilay, in his new role as editor-in-chief of The Verge, encourage his team to re-embrace an ethos that I can only describe as bloggy.

(…)

At a time where #longform is a hashtag known to all, perhaps it’s time for #blogging to reclaim its seat at the table, too.

(…)

Thinking about all this has stoked my desire to get back in the game myself. So, today, I’m raising my personal blog, lockhartsteele.com, from the dead. Over there, on a daily basis, I’ll be blogging about Vox Media editorial, as well as things that have nothing to do with our company, such as restaurants and — indulge me here — the Red Sox. Part of my goal is to offer a clearer window into what’s going on in the Vox Media world; the other, simply, is to regain the practice of daily blogging.

(…)

For me, the web ecosystem will always be bloggy at its core. I’m looking forward to being a part of it again myself.

The Verge – The retro-futuristic future of blogging

Er is sprake van een ware #blogrevival (zie Twitter).

Door Marco Raaphorst

maakt podcasts en muziek

32 reacties

  1. Bloggen is natuurlijk nooit echt weggeweest. Alleen een bepaalde jury van een bepaalde prijs beweerde dat bloggen dood was, voor de grap toen ze ermee ophielden. Wat ik interessant vind aan bovenstaande statements is dat men kennelijk weer terug verlangt naar de good old days of blogging. Maar die dagen zijn voorbij: facebook en twitter hebben het bloggen voorgoed veranderd. Je moet tegenwoordig wel je content pluggen op beide plekken om je lezers te bereiken. Veel mensen bloggen niet op een blog maar wel op facebook of een social media platform als Tumblr. Wat denk jij, Marco: kunnen we nog terug naar het ooit was?

    1. Men verlangt naar de niet-longread vorm, de meer medium formaat stukken (daaraan ontleent Medium.com trouwens haar naam). En men verlangt naar het naar elkaar linken als in een dialoog. Prachtig, want dat is precies wat ik zo goed aan het bloggen vind. Die trackback, die niet snelle vorm en die ‘sense of community’.

      De rol van Facebook en Twitter is voor iedereen anders. Een blogger kan zonder naar mijn idee. En voor mij hebben ze geen invloed op wat ik doe.

      Ik wil me niet laten afleiden door aantallen. Ze zeggen immers niets. En ik heb ook geen advertenties waarop geklikt moet worden, dus veel lezers heb ik niet nodig. Het is het kijkcijfergezeik waar de NPO inzit.

      Natuurlijk verval ik ook regelmatig in een kritische pose. Levert het wel iets op dat bloggen? Komen mijn blogsels wel bij de juiste mensen op hun bordjes? En meer van dat soort vragen. Maar ik heb afgelopen 13 jaar met het bloggen 1 ding geleerd: het publiek komt vanzelf. Ik hoef alleen maar te bloggen, content aan het internet toe te voegen en Google doet direct haar best om het te indexeren. En vergeet ook de kracht van de dialoog niet, via de hyperlink/trackback, die de basis van het web nog altijd vormt. Heel veel meer heb je eigenlijk niet nodig. Via de link verbindt je je als blogger met de rest van het web. Of misschien moet ik zeggen: met het open web.

      Dat die Kottke en die kerel van The Verge dat ook nog steeds zo zien en voelen. Ik snap ‘m wel. Da’s dat ouwe bloggevoel. Die vrijheid.

      1. “De rol van Facebook en Twitter is voor iedereen anders. Een blogger kan zonder naar mijn idee. En voor mij hebben ze geen invloed op wat ik doe. ” Dat is fijn, want ik ben weliswaar een maand geleden gestopt met het doorplaatsen op FB, maar nu vragen mensen me of ik dat niet alsnog wil doen. Veel mensen die vriendjes met me zijn op fb zijn stripliefhebbers en die vinden het maar al te makkelijk als de content over strips onder hun neus gestopt wordt. Men wil er niet meer zelf naar op zoek. Rss-feeds etc. gebruiken is kennelijk te veel moeite. De vraag is voor mij dus: kom ik als blogger tegemoet aan dat verzoek of niet. Ik twijfel daar nog over…

    2. er is wel een verschil tussen schrijven op facebook of schrijven op je blog. totaal andere insteek gros van de tijd. het lijkt wel alsof er op facebook veel intieme verhalen staan, a la dagboek. het argument ‘ik laat alleen bekenden toe’ tot het lezen van mijn intieme verhalen is ook achterhaald. ook kennissen lezen mee met de liefdesperikelen, vakanties, dagelijkse pijntjes en kwaaltjes. misschien heb ik een andere leeslijst maar ik lees zulke intieme verhalen niet op blogs. godzijdank.
      de ‘goeie’ blogs hebben mooie, rake verhalen. ze hebben diepgang, gaan in op onderwerpen die ertoe doen, gaan om met metaforen, vullen mooie blogs met mooie zinnen. Dat vond ik niet op een facebookpagina van iemand die ik volgde. Maar, ik ben al een tijd van facebook weg. laatst zei iemand een jaar maar dat weet ik dus niet zeker.
      (Als je verhaal goed is wordt het toch wel geplugd door mensen die wel op facebook zitten. En dat is eigenlijk nog veel beter.)

      1. @karin: Eens, er is vaak wel een verschil tussen facebookposts en blogposts. Maar niet altijd moet ik zeggen. Ik zie ook wel eens facebookupdates die niet zouden misstaan op een echt blog. Vooral bij stripliefhebbers en -makers. Soms wordt er wel eens een blogpost van me gedeeld door anderen op facebook, of op google+ maar vaak ook niet. Om de stripliefhebbers tegemoet te komen is het waarschijnlijk een goed idee om gewoon weer linkjes te plaatsen.

  2. wat naar mijn idee een echte blogrevival in de weg staat: de komst van de smartphone.

    dat is de grote verandering sinds de gloriedagen van het bloggen: webconsumptie gaat nu voor steeds meer mensen steeds vaker via de mobiel. techies als kottke, de man van the verge en wellicht jijzelf hebben daar misschien (nog) niet zo’n last van, omdat je doelgroep gelijkgestemden zijn die nog wel meer dan gemiddeld achter de laptop zitten. anderen (merk ik ook aan mezelf) doen dat steeds minder. de laptop is er voor hoogst noodzakelijke klussen, het – om dat vreselijke woord maar te gebruiken – infotainment zoekt men nu op de telefoon.

    voor bloggers brengt die grotere rol van de smartphone nadelen, of op zijn minst factoren om rekening mee te houden. niemand wil via de smartphone teksten lezen die langer zijn dan 4 of 5 alinea’s. we consumeren nu vooral soundbites, op korte momenten van even niks te doen (tijdens een reclameblok op tv, wachtend bij de tramhalte of in een koffiebar). de spanningsboog van de mobiele consument is heel beperkt.
    en: reageren op een blog via de smartphone is nauwelijks te doen. onhandig, omdat je vaak eerst moet inloggen en een doordachte reactie typen is al snel te veel gedoe.

    reden van het blijvende succes van platforms als facebook en instagram: zij zijn uiterst geschikt voor mobiele consumptie, en snel reageren is heel makkelijk. niet voor niks zie ik steeds meer fotobloggers van weleer nu vooral posten op instagram (ook niet-mobiele of zelfs analoge foto’s). het “echte” blog is er nog wel (soms zelfs dat niet), meer als online visitekaartje. maar het volgen, de response en de interactie gaan nu toch echt via het mobiele web, in dit geval instagram.

    1. Naar mijn ervaring leent een smartphone en tablet zich juist voor aandachtig lezen. Ik doe het ook veel. Puur omdat de typografie enorm verbeterd is en een website zoals de mijne zich uitstekend kan aanpassen (lees: responsive) aan het formaat van een smartphone of tablet.

      Als je je met een smartphone of tablet beperkt tot Facebook of Instagram dan mis je echt iets. De mogelijkheden van het hedendaagse web qua typografie gaan veel verder dan Facebook en Instagram je bieden. Elke smartphone is in staat om super foto’s te maken maar Instagram doet net of het nog 2010 is.

      Ik doe dat wel. Ik kan foto’s in super hoge resolutie op mijn blog fullscreen tonen en maak gebruik van HTML5 en CSS 3 omdat ik vind dat het web content op een prachtige manier kan presenteren. De typografie is heden ten dage beter dan hij ooit was. Inclusief voor drukwerk. Facebook en Instagram benutten die mogelijkheden totaal niet.

      Een blog is super flexibel en te koppelen aan je eigen domeinnaam. Bovendien communiceren al die blogsystemen ook nog eens met elkaar. En dan heb je nog de techniek van RSS om blogs te volgen. Dat is bij Facebook en Instagram ook allemaal zeer beroerd uitgevoerd. Het is gesloten software en vrij slecht uitgevoerd. Ze zijn populair maar dat wil nog niet zeggen dat iedereen die daar gebruik van maakt ook populair zal worden.

      Een blog is echt van jou. Iets waarmee je je echt onderscheiden kunt. Het is de slimste webtechniek die ooit werd uitgevonden voor mensen die iets willen presenteren, die een mening hebben, die iets eigens te vertellen hebben. Voor de meeste mensen ongeschikt want die willen gewoon even over een YouTube video wat brallen of klagen over een nieuwsartikel op Facebook. Prima, maar ik wil meer.

      1. marco, ik zou liever zien dat men mijn foto’s in lekker groot formaat bekijkt op mijn blog (draaiend op tumblr). alleen, dat doen ze dus niet (meer). ik fotografeer niet om “populair” te zijn of te worden, maar als ik mijn foto’s dan toch blog, wil ik liever wel dat ze gezien worden. en dan niet door een handjevol andere (foto)bloggers of internetpro’s die iets hebben met rss, software of domeinnamen. dat is me veel te incestueus. ik opteer voor een wat breder publiek. en dat zit nu op de mobiele platforms.

        heel pragmatisch kom ik voor foto’s dan – met alle afkeer voor de firma zuckerberg – uit bij instagram als het blog van nu. toen ik een paar maanden geleden (analoge) foto’s maakte van het australische vrouwenteam tijden het wk hockey, werden die foto’s gezien door de achterblijvers in australië, hockeyfans elders en de speelsters zelf (met allerlei blijvende contacten, online en offline, als gevolg) op instagram. niet op het blog, ook al ogen ze daar groter en veel mooier. en niet op de mobiele versie van het blog, hoe responsive tumblr ook is.

        1. Ja het blijft natuurlijk een kwestie van kiezen. Maar ik lees ook een soort afhankelijkheid omdat je schrijft: “met alle afkeer voor de firma zuckerberg”.

          Iedereen maakt zo zijn eigen keuze en ik snap best dat als het bezoek op Tumblr niets voorstelt en op Instagram wel, dat je daar dan je tijd en energie insteekt. En de keuze voor een blog puur voor fotografie ligt misschien wat minder voor de hand. Ik geloof in een blog vooral omdat het alle typen media zo mooi kan presenteren. Maar inderdaad, voor mensen die foto’s alleen op de mobiel maken en bekijken is Instagram prima.

          1. maar die afhankelijkheid is er ook. in mijn vrijwilligerswerk ontmoet ik veel verschillende mensen; jong en oud, verschillende culturen, werkend in het onderwijs en de kunst. en wat ik in al die contacten steeds weer bemerk: wanneer het niet via facebook, instagram of – 1 op 1 – whatsapp komt, dan bereikt het mensen niet. zo simpel is het.

            fotoblogs waren ooit – toen ik begon, in 2004 – echt een ding, vooral op blogger en wordpress. nu grotendeels verdwenen, of op z’n minst verlaten. geen revival te bekennen.

            overigens: instagram wordt zeker niet alleen meer gebruikt voor telefoonfoto’s. zoals gezegd, ik plaats zelf en zie ook steeds vaker analoge fotografie. veelal mensen die eerder actief waren op flickr, maar naar instagram zijn uitgeweken omdat daar meer activiteit is.

            1. Eigenlijk gaat mijn blogpost niet over aantallen. Maar waarom zou een vrijwilliger zich afhankelijk willen maken van een Zuckerberg?

              Mijn blog is voor mij belangrijker dan Flickr, Facebook, Twitter, Instagram of wat dan ook. Het is mijn content. Het is mijn huis. De techniek, WordPress, is subliem en veel beter dan de meeste webservices. Die maken soms echt rommel dat er ook nog eens lelijk uitziet. Instagram geneert plaatjes van 612 pixels breed. Instagram biedt niet eens een mogelijkheid om een url toe in de begeleidende tekst of in de reacties klikbaar te maken.

              Slaafs achter Zuckerberg aanlopen heeft geen zin. Da’s ook waarom Kottke nog gewoon die blogger is die hij altijd al was. Het is misschien dat alternatieve en onafhankelijke gevoel. Wij tegen de rest van de wereld. Wij tegen Facebook. Prima en heerlijk vooral.

              1. misverstand misschien, maar mijn vrijwilligerswerk heeft niks te maken met mijn fotografische activiteiten. ik noemde dat alleen, omdat ik via dat vrijwilligerswerk wel zie hoe “normale” mensen met internet omgaan. dat beperkt zich dus vooral tot de zuckerberg-media, en op de mobiel. wanneer je dus andere mensen wilt bereiken dan de internet incrowd (die zich begeeft op blogs, medium, twitter, enzovoort), kan je de keuze maken daar rekening mee te houden.

                onze uitgangspunten verschillen, en daar is niks mis mee. jij gaat uit van het beste medium voor jezelf, ik zoek naar het meest praktische medium om mensen te bereiken. als het voor mij niet enigszins belangrijk was dat mensen de foto’s zien, zou ik niks online zetten en mijn foto’s gewoon bewaren in een mapje op de laptop.

                1. Deze “normale” mensen waar jij het over hebt, lezen ook blogs. Ze worden massaal gelinkt op Facebook want blogs zijn populair; de beautyblogs, de foodblogs, de lifestyleblogs enzovoorts. Mijn werk zit in een kleinere niche maar ook ik trek via mijn blog deze “normale” mensen. Sommige artikelen over een eenvoudig onderwerp worden veel gelezen, duizenden keren. Dat kan over iets gaan zoals “hoe kan ik een cassettebandje omzetten naar een digitaal bestand”. Deze mensen zijn bijvoorbeeld via Google, of via een webforum op mijn blog beland. Soms ook via Twitter en Facebook, maar Google-search en die andere bronnen zijn nog altijd populairder om gevonden te worden.

                  Ik ken veel mensen die niet op Facebook zitten. Soms stuur ik deze mensen een artikel, een foto of een video die ik op Facebook gevonden heb. Regelmatig krijg ik als reactie terug: kan het niet bekijken. Dat komt doordat veel accounts op Facebook gesloten accounts zijn. Logisch. Maar dit zorgt er wel voor dat Google deze content niet opneemt in haar zoekmachine. Als professional wil je dat natuurlijk niet. Da’s ook echt een groot nadeel van Facebook, het is en blijft een veelal compleet gesloten systeem.

                  Beter dan een blog kun je het niet krijgen voor het aanbieden van content. Een blog, zeker die van WordPress, wordt optimaal geïndexeerd door Google en is op alle mogelijke manieren te volgen en te bekijken. Je hebt er zelfs geen account voor nodig als lezer. Je kunt gewoon een blog direct vanaf in de browser lezen of je abonneren via RSS of via email. Een blog is open en toegankelijk.

                  Maar wat houdt dat “mensen bereiken” nu eigenlijk in? Ik neem aan dat jij dat afleidt aan aantallen. En dat is nu juist iets dat op Instagram beperkt is of je moet je baseren op de reacties of het aantal likes want meer gegevens om te “meten” heb je er niet. En bij Facebook is dat meten ook zeer beperkt. Maar je kunt dat op een eigen omgeving juist wel doen. Ik gebruik Google Analytics en WordPress Stats en weet meer van mijn publiek op mijn blog af dan ik dat via Instagram of Facebook te weten kom.

                  Flickr heeft voor jou afgedaan maar de meeste Flickr-fotografen uit Den Haag die ik ken zitten juist niet op Instagram. En Flickr heeft een mogelijkheid om statistieken te tonen, zelfs het aantal views wordt in de gratis variant getoond. Ik vind dat Flickr nog steeds een enorme impact heeft. Het komt soms voor dat een foto van mij meer dan 15.000 keer bekeken wordt. Een aantal dat op Facebook een heel stuk lager ligt. Om over Instagram nog maar te zwijgen.

                  De meeste professionals zou ik altijd adviseren een blog nemen. Al is het maar omdat de content op je eigen blog in betere handen is omdat je je niet hoeft te schikken naar de algemene voorwaarden van een derde partij. En gebruik Facebook, Instagram en Twitter vervolgens als een aanjager om extra publiek naar je blog te brengen. Dat doe ik ook en precies in die volgorde. Met mijn blog als de basis voor mijn online bestaan, gekoppeld aan mijn eigen domeinnaam. Dit ben ik, hier ben ik.

                  P.S. waarom link je in je handtekening hier, gelinkt aan je naam, naar je Tumblr-blog en niet naar Instagram of Facebook?

                  1. hoe “normale” mensen met internet omgaan (en met normaal bedoel ik niet-beroepsmatig of -hobbymatig online actief) ervaren jij en ik anders, volgens mij hebben wij het daar al eerder over gehad. daar komen we niet uit, ik ga af op wat ik dagelijks zie en hoor.

                    ja, bereik op instagram meet je in likes en reacties (als je wilt, biedt iconosquare overigens meer instagram stats), maar het draait toch om die feedback? vind ik belangrijker dan absolute aantallen. wanneer ik een foto plaats van demonstrerende koerden in den haag, en ik kan uit de likes en eventuele comments afleiden dat zo’n foto gezien en op prijs gesteld wordt door koerden elders in de wereld (mensen die nooit op mijn blog terecht zouden komen), dan volstaat dat voor mij. daarom zet ik die foto online. niet om – zoals bij flickr – onder elke foto van hetzelfde groepje hetzelfde commentaar (“goed gezien!”) te krijgen. stats boeien mij ook verder niet, het interesseert me geen reet wat voor merk mobiel iemand heeft gebruikt om die foto te bekijken, of welke browser.

                    nee, ik link hier niet naar instagram, omdat het een specifiek mobiel platform is. mijn instagram-account is niet meer dan een pocket editie van het blog, het laat bijna hetzelfde zien. alleen wijst de praktijk uit dat het mobiele instagram-blog meer impact heeft, en dan kom ik terug op mijn eerste reactie hierboven: door een sterke verschuiving naar webconsumptie via de mobiel, lijken stand-alone blogs nu minder zinvol dan grote mobiele platforms. dat kan een revival in de weg staan.

                    verder moet iedereen vooral lekker doen wat voor hem/haar het beste werkt. ik ben gestopt met facebook, omdat mijn contacten niet of nauwelijks geïnteresseerd bleken in mijn foto’s, en ik verder niks persoonlijks online wil delen. dan houdt het op; hoe populair facebook ook is, voor mij niet interessant om er energie in te steken.

                    1. Ik kreeg op mijn recente documentaire een paar reacties. Misschien 15 of zo. En dat is op een paar duizend luisteraars. Dat laat zich niet zomaar simpel vertalen in een nummertje. Op een foto die 16.000 keer bekeken is krijg ik 85 favs. Wat zegt dat? Dat die foto beter is dan de andere foto’s die ik maak? Dat ik maar meer van dat soort foto’s moet maken?

                      Ik leg het af tegen mijn dochter van 12. Kids zijn namelijk heel ruimhartig naar elkaar en liken van alles heel snel. Achter elkaar, de hele dag door.

                      Nogmaals, in mijn blogstuk heb ik het niet over succes en het meten van succes. Ik heb het nergens over aantallen. Het is naar mijn idee een van de domste dingen je kunt doen: je baseren op cijfers. Dat staat haaks op creativiteit en het slaat alles dood. Natuurlijk, de schoorsteen moet roken en zeker die van mij want ik ben er geheel afhankelijk van, maar je moet de dingen echt op veel langere termijn beschouwen wil je er voorzichtig wat conclusies aan kunnen verbinden. Maar dan moeten je gegevens ook echt betrouwbaar en volledig zijn. Zonder een statisch programma zoals Google Analytics kun je niets. En dat tellertje van Likes is puur marketing. Slim bedacht. Hoe hoger het cijfer des te eerder dat men gaat klikken. Zegt het wat over de content? Geen ene bal. Nul. Nada.

  3. Marco, ik moet opeens denken aan een van de eerste bloggers. Daar hebben we het ooit eens over gehad. Hij was een van de eerste bloggers en besloot toen opeens volledig offline te gaan. Weet jij nog hoe hij heette en weten we of hij inmiddels toch weer online is?

      1. Oh ja! Thanx. Die laatste vlog van hem is echt heftig. Zo open en direct. Een live breakdown… Man, ik hoop niet dat wij ooit zo eindigen. Overigens zie ik op zijn blog, die er trouwens inderdaad zeer ouderwetsch uitziet, maar who cares, dat hij een documentaire over zijn leven aan het maken is. Toch nog Facebookgeneratie geworden die Justin :)

        1. Justin was altijd heel persoonlijk, dat was zijn ding toen en is nog steeds zijn ding. Dat maakt hem tot een legendarisch figuur. Hij zocht de grens op in alles en voerde nergens zelfcensuur. Totdat ‘ie een relatie kreeg en voelde dat hij zich moest compromitteren, met die video als hoogtepunt.

          Ik ken een oud verhaal dat Justin eind vorige eeuw ergens een lezing moest geven en voor volle zaal de mensen heel aandachtig minutenlang ging zitten aankijken. Dat vonden de mensen niet leuk maar Justin wel. Hij wilde gewoon kijken hoe ongemakkelijk men zich zou gaan voelen door dit simpele gegeven.

          Justin is uniek. En eigenlijk Het Voorbeeld van de onafhankelijke blogger die zich op internet vrij voelt. Fuck it. Hier ben ik. Fucking deal with it.

              1. “Wat ik vooral goed vind is dat ‘ie het over zijn leven heeft. Hij is niet aan het werk. Hij is aan het leven.” Ja, dat spreekt mij ook erg aan zijn blogs en vlogs aan. Hall is een mooi voorbeeld van hoe je ook kunt bloggen.

  4. Grote kans dat je ook op Facebook zit. En op Twitter. Misschien heb je een eigen blog. Je hebt soms het gevoel dat je je online versnippert. Maar je bent niet de enige, we doen het allemaal. Alle kenmerken van wat we zijn, alle kenmerken van onze digitale zielen zit in die data opgesloten. Alleen zijn we de controle over die data volledig kwijt aan het raken. Terwijl Facebook ons met de dag beter in controle lijkt te kunnen houden. Wordt het niet eens tijd om die rollen om te draaien?
    “Hee zit jij niet op Facebook?!?!?!?!?!”
    Tegenwoordig ben je een uitzondering als je niet op Facebook zit. Zelfs mensen zonder een computer kennen Facebook. In winkels wordt je vandaag de dag verleid om de winkel te liken op Facebook voor “unieke” kortingen. En voor alle evenementen wordt tegenwoordig de RSVP (Répondez s’il vous plaît) afgehandeld door het event-systeem van Facebook. Facebook lijkt belangrijker dan het hebben van een eigen site of een eigen domein. Het is Facebook, Facebook, Facebook, FACEBOOK! dat de klok slaat.
    Ook in de discussie volgend op mijn recente blogpost ‘Jason Kottke blogt dat het bloggen weer een heet nieuw ding is‘ laaide een discussie op die alweer snel richting Facebook ging. Richting de massa. Een totale afhankelijkheid die met een zucht becommentarieerd werd. Een mens moet op Facebook zitten, zo is telkens de eenzijdige boodschap.
    Als ik moet kiezen tussen mijn eigen site of Facebook dan is de keuze snel gemaakt en wel om een simpele reden: de data hier op mijn eigen domein is ook echt van mij. Het is mijn eigendom en mijn bezit. Zet ik die data op Facebook dan is dat niet langer het geval en gaat Facebook mijn data gebruiken om er geld mee te verdienen. Dat doet ze overigens zelfs met onze beeltenissen, onze profielfoto’s. Ethisch gezien is dat op zijn minst vreemd want onze gezichten worden als advertenties ingezet.
    Zo verdienen ze geld aan jou
    Wanneer je gebruikt maakt van een derde partij zal jouw data onder de gebruikersvoorwaarden van die derde partij vallen. Daarmee vervalt de volledige zeggenschap over eigen data. Dat geldt als je gebruik maakt van de iCloud service van Apple en het geldt ook voor Flickr, Instagram, Twitter, Facebook, Tumblr, SoundCloud, Google enzovoorts. Deze gebruikersvoorwaarden veranderen regelmatig, zoals SoundCloud onlangs deed toen het bedrijf besloot met adverteerders te gaan werken. Dit terwijl SoundCloud jarenlang met trots beweerde advertentievrij te zijn en alleen betaalde accounts zou verkopen. Zo veranderlijk is de mens, zo veranderlijk is de derde partij.
    De meeste webservices zijn gratis voor de gebruiker, zodat de drempel laag ligt om jouw data er naartoe te brengen. Hierdoor groeien deze webservices vaak als kool. Realiseer je wel dat jouw data verkocht wordt aan adverteerders. Inzage in jouw gegevens is goud waard. Menig adverteerder heeft heden ten dage toegang tot al jouw data afkomstig van diverse websites die geaggregeerd gebruikt kunnen worden om er goed geld mee te verdienen. Je zult het zelf niet doorhebben omdat het geheel onbewust plaatsvindt. Ook jouw surfgedrag wordt hierin meegenomen en wat je ziet online wordt hierop geheel nauwkeurig afgestemd. Jijzelf bent allang het overzicht kwijt van alles wat je online doet maar die bedrijven niet, want zij kopen jouw data en weten beter wie jij bent en wat je doet dan jijzelf denkt te weten.
    Eigen content op een eigen domein
    Met een eigen website heb je deze problemen niet. Natuurlijk is het wel zo dat als je een grote hoeveelheid foto’s, of misschien zelfs video’s op een eigen domein wilt aanbieden, je relatief veel geld kwijt bent, maar realiseer je wel dat als je gebruik maakt van bijvoorbeeld YouTube dat Google de kosten die zij maakt om deze video’s van jou op te slaan en te streamen toch echt terugverdiend moeten worden.
    Met een eigen website blijf je zelf eigenaar van je eigen gegevens. Maar er is nog een gigantisch voordeel wat vaak onvermeld blijft in online discussies hierover: via een eigen site kun je duidelijk maken dat jij de auteur bent die iets voor het eerst publiceerde. Zo kun je bijvoorbeeld op een blog onder eigen naam, zoals ik met marcoraaphorst.nl doe, een stuk publiceren als bron. Vervolgens zou je dat complete stuk ook op andere sites kunnen publiceren met onderaan de regel: 'Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd op: <URL van oorspronkelijke blogpost>'
    De meeste derde partijen gooien hun beleid drastisch om in de loop der jaren. Vaak worden ze overgenomen (meestal is dit zelfs het uitgangspunt bij oprichting van de investeerders, de boel zo snel mogelijk zien te verkopen) en verdwijnt daarmee alle data. Dat gebeurde langgeleden met mp3.com, met MySpace en met web-log.nl en Hyves. Al die data van al die gebruikers ging daarmee verloren. Wat dat betreft zijn die derde partijen vaak niet duurzaam qua data-opslag.
    Het investeren in een eigen domein en de daarbij behorende kosten van hosting van data is een goeie investering. Het is een investering in jezelf en in wat jij maakt. Sta daar eens goed bij stil. En maak een rekensommetje. Stel dat je voor 39 euro per maand (ik weet het, dit klinkt duur, al is het vast minder dan je voor je vaste internet en tv-abonnement betaalt) alle data kunt hosten die je hebt, je foto’s, je video’s, alles. Zet dat bedrag eens af tegen de kosten van een laptop of een tablet. Geloof mij: het zelf hosten van jouw eigen data zal een veel langere levensduur opleveren dan die van jouw laptop en tablet.
    Own your own data
    In Amerika is de groep van slimme data bewuste makers veel groter dan in Nederland, zo is mijn indruk. Ook lijkt er een groot verschil te zitten tussen onze cultuur en die van de Amerikanen. In Nederland zijn we teveel gericht op de gezondheid (lees: afzetgrootte) van de economie. Daarom denk ik dat wij in Nederland het heel logisch vinden dat bedrijven veel geld aan onze persoonlijke data verdienen. In Amerika merk ik dat de grote onafhankelijke webontwikkelaars zich allemaal verzetten tegen de grote concerns die deze data van gebruikers manipuleren en misbruiken. Het wordt daar veel eerder afgedaan als onethisch dan bij ons.
    Onder de noemer Indie Web worden oplossingen gecreëerd om de afhankelijkheid van Facebook, Twitter en dergelijke webservices te verkleinen. De oplossingen zijn veelal relatief technische oplossingen die een gemeenschappelijk focuspunt hebben: own your own data!
    Onlangs schreef Craig Mod het stuk ‘All you need is publish‘ een stuk dat vooral over de nieuwe basisprincipes van dat Indie Web gaan. Het is een bemoedigend stuk voor iedereen die los wil komen van de macht van Zuckerberg en zijn eigen kracht op zijn een eigen domein wil herpakken.
    Alle tweets, likes en reacties verzamelen
    Een van de nadelen van het huidige web is dat vrijwel iedereen op al die services te vinden is en zijn data daarmee versnippert op het web plaatst. De discussies over de zaken die we publiceren vinden steeds meer verspreid plaats omdat immers overal waar je een link naar een eigen stuk plaatst weer nieuwe reacties kunt verwachten. Het is een van de zaken die het Indie Web wil oplossen door de gegevens van al die services te gaan verzamelen en op de eigen site te koppelen aan het oorspronkelijke artikel. Zo is onlangs http://www.brid.gy ontwikkeld. Je kunt het zien als een online connector tussen jouw site/blog en diensten zoals die van Twitter, Facebook en Instagram. Via Brid.gy kunnen je de reacties, tweets en likes als reacties onderaan een blogpost tonen. Voor mijn eigen site hoop ik dat ook op termijn zo te kunnen aanbieden.
    Het Indie Web heeft oog voor de bron, heeft oog voor het oorspronkelijke domein waarop de content voor het eerst gepubliceerd werd. En het Indie Web heeft oog voor de auteur daarvan. Daarbij wil men het dupliceren van content niet bestrijden, het web is immers gebaat bij duplicaten, maar men wil technieken ontwikkelen om de relatie tussen bron en kopie gestructureerd vast te kunnen leggen in webpagina’s zodat er geen misverstanden kunnen ontstaan over de bron en de auteur. Dit is een geweldig uitgangspunt naar mijn idee. Het is iets waar het web jarenlang mee geworsteld heeft. Het web was altijd al indie, onafhankelijk. Ook al probeert Facebook ons van dat idee af te helpen. Dat gaat helaas niet lukken. Ik ben marcoraaphorst.nl, een burger van het internet. Ik uit mij hier en ik uit mij elders. Ik ben mijn data.
    Delen:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.