De spagaat van de schrijver

We seem to have lost the target. Writers seem to write to be known as writers. They don’t write because something is driving them toward the edge.

Charles Bukowski

Sommige schrijvers zie je heel vaak terug in de media, op tv, op sociale media. Het lijkt wel of ze meer bekend zijn om hoe ze eruit zien en wat ze in talkshows te vertellen hebben dan om wat ze schrijven.

En dat ligt niet alleen aan de schrijvers zelf want menig talkshow nodigt de schrijvers juist uit omdat ze goed kunnen vertellen en het goed doen op beeld. Dat ze vaak geen reet verstand hebben van de onderwerpen, is bijzaak. Met complete eenzijdigheid tot gevolg, zo concludeerde de Ombudsman onlangs:

De Wereld Draait Door bestaat 48% uit terugkerende gasten. Bij Pauw keert 40% van de gasten terug en bij Jinek is dit percentage 33%. Bij De Wereld Draait Door was Jan Mulder tussen 2005 en 2015 wel 252 keer te gast. Dat houdt in dat hij in 16% van de afleveringen te zien was.

Het belang van diversiteit
Het moge duidelijk zijn dat het met de diversiteit inderdaad niet al te best gesteld is. Dat wekt de vraag op waarom het zo van belang is dat talkshows een afspiegeling van de samenleving kunnen geven.

(…)

Dit begrip houdt in dat de gasten in staat moeten zijn om op een makkelijke, onderhoudende manier te praten over het […] onderwerp, zonder vast te klampen aan […] jargon, maar ook over andere onderwerpen die ter tafel komen. Het betekent ook dat ze een interessante uitstraling moeten hebben en goed kunnen omgaan met spontane, onverwachtse gebeurtenissen. Ze moeten de aandacht van de kijker vast kunnen houden met hun verhaal.

Aan tafel! – onderzoek diversiteit Ombudsman (PDF)

Er is dus sprake van een Talkshowelite. Het gaat niet om kennis van zaken, het gaat erom dat ze een goed verhaal kunnen vertellen, spontaan met een interessante uitstraling. Het draait slechts om de vorm, niet om de inhoud.

Je moet van goede huizen komen wil je er niet aan meedoen. Wie kan aanschuiven bij DWDD wordt blij gemaakt met aandacht en in potentie hogere verkoopcijfers. Uitgevers zullen hierdoor ook grote druk uitoefenen op schrijvers vermoed ik.

De werkelijkheid is echter dat Matthijs van Nieuwkerk je alleen gaat uitnodigen als er een duidelijk verband tussen jou als schrijver en de hoofdpersoon in het boek gelegd kan worden. Zo mocht Griet op de Beeck komen vertellen over het eerste deel van haar trilogie:

Aan tafel bij DWDD zien we Griet zoals we haar niet eerder zagen: ze vertelt uitgebreid over haar persoonlijke betrokkenheid bij het centrale thema van de trilogie: incest. Ze werd zelf door haar vader op jonge leeftijd misbruikt.

Aflevering DWDD (25 september 2017)

De titel van haar boek Het beste wat we hebben wordt niet eens genoemd op de site van DWDD. Het feit dat ze zelf misbruikt is, is belangrijker. Punt is: het boek is niet biografisch. Het is fictie.

Waarom laat de schrijver zich dan toch verleiden tot dit soort gesprekken? Waarom werkte Charlotte Mutsaers mee aan een interview voor DWDD? In haar boek Harnas van Hansaplast schrijft ze dat de politie haar broer dood op zijn bed vinden, in een pyjamajasje, zonder broek, omringd door stapels porno. Kinderporno.

Het is fictie, maar toch liet Charlotte zich verleiden tot het beantwoorden van een stel respectloze vragen in het NRC.

We zitten in Mutsaers’ schrijfappartement in Amsterdam, de hond ronkt in zijn mand, de regen klettert tegen de ramen, we eten een stuk frambozentaart, en zij zegt: „Geen vruchtbare vraag. Voor een schrijver is het altijd fifty-fifty. De helft ervaring en de helft grote duim.”


En uw broer…?
„Komt niet uit mijn duim. Hij was echt mijn broer. Al die aantekeningen die ik van hem gebruik, de lijsten waarop hij precies bijhield wat hij at – geen letter aan veranderd.”


En de porno?
„Allemaal echt.”


Ook de kinderporno?
„Ook.”


En de Charlotte Mutsaers in uw roman, is die echt?
„Dat mag je niet vragen. Dat mag je nooit aan een schrijver vragen.”


Waarom niet?
„Dan wordt die verleid, of gedwongen, om eh…”


…te liegen?
„Ja.”

interview NRC

DWDD ging naar aanleiding daarvan (want: sensatie!) ook in gesprek met Charlotte. Het werd een soort politieverhoor. Ze moest verantwoording afleggen over de kinderporno van haar broer en precies aangeven welke feiten uit haar boek echt gebeurd zijn en wat fictie is.

Welnu, de kunstenaar is aan niemand iets verschuldigd. Het werk is wat het is. Het is aan de ontvanger, de lezer, de luisteraar, de kijker om er iets van te vinden. De kunstenaar schept slechts.

Mijn podcastcollega’s René van Es en Jair Stein doken jaren geleden in het verhaal van Guus Bauer. Zijn boek Vogeljongen beschrijft hoe een persoon in coma ligt terwijl de geest volledig wakker is, het zogenaamde locked-in syndroom. In interviews vertelde de schrijver dat hem dat zelf was overkomen, dat de feiten van de hoofdpersoon in zijn boek dus overeenstemden met zijn persoonlijke ervaringen. Maar hij bleek het geheel verzonnen te hebben, het is fictie. Jair Stein heeft die hele ontmaskering beschreven voor De Correspondent. Waarbij Jair ook inzoomt op die gekke obsessie van de media om pijnlijke, persoonlijke details van het leven van de auteurs naar boven te halen terwijl men tegelijkertijd een duidelijke desinteresse heeft voor de boeken die ze schrijven.

Kortom: het gaat niet over boeken, het gaat om persoonlijke verhalen van de schrijvers. En fictie is daarbij verboden, fictie is bijna een vorm van bedrog geworden, volgens De Media.

Over dit onderwerp heeft Sander Bax het boek De literatuur draait door geschreven. Ik moet het nog lezen maar het interview met hem gisteren in VPRO Boeken prikkelde direct mijn interesse.

In De literatuur draait door laat Sander Bax zien hoe het schrijverschap van de 21ste eeuw sterk beïnvloed wordt door de wetten van deze mediacultuur. 

quote website VPRO Boeken

Ik moest ook denken aan het schotschrift De lezer is niet dood van Alex Boogers. Daarin richt hij zich tot lezers die geheel zelfstandig boeken ontdekken. Niet door ze te dwingen, door hard te roepen “Dit is goede literatuur en dat niet!”, zoals Max Pam onlangs deed. Ook houdt Alex een pleidooi voor de schrijver die zich niet laat afleiden, of beter gezegd: verleiden tot het deelnemen aan die gekke mediacultuur. Alex vindt dat er voor een schrijver slechts een ding opzit: schrijven.

We moeten respect hebben voor kunstenaars, schrijvers die zich niet willen laten verleiden tot het geven van stompzinnige interviews die niet over het werk zelf gaan. Het werk is namelijk het enige waar het om draait. Vervolgens is het aan de lezer en kan de schrijver dus maar beter zwijgen.

Door Marco Raaphorst

maakt podcasts en muziek

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.