Laat het onderbewuste maar borrelen

“Dit is zoals Parijs toen was, in de dagen dat we erg arm en erg gelukkig waren.”, schrijft Ernest Hemingway in zijn boek A Moveable Feast. Een boek dat pas na zijn dood werd uitgeven en bestaat uit persoonlijk notities van Hemingway. Geschreven in de periode dat Hemingway met zijn 1e vrouw, kat en pas geboren kind van 1921 en 1926 in Parijs woonde en hij nog totaal onbekend was. Hij werkte als Europees correspondent voor de Toronto Daily Star en was bezig aan zijn eerste roman The Sun Also Rises. Hemingway raakte in Parijs bevriend met Gertrude Stein, Pablo Picasso, Scott Fitzgerald en diverse andere prominente kunstenaars die net als hij in het naoorlogse Parijs het modernisme opzochten.

foto: Publiek Domein

Deze persoonlijke notities waren overigens zoekgeraakt. Ernest vond ze pas jaren later weer terug samen met zijn uitgever Scribner:

In 1956, Ernest and I were having lunch at the Ritz in Paris with Charles Ritz, the hotel’s chairman, when Charley asked if Ernest was aware that a trunk of his was in the basement storage room, left there in 1930. Ernest did not remember storing the trunk but he did recall that in the 1920s Louis Vuitton had made a special trunk for him. Ernest had wondered what had become of it.

Charley had the trunk brought up to his office, and after lunch Ernest opened it. It was filled with a ragtag collection of clothes, menus, receipts, memos, hunting and fishing paraphernalia, skiing equipment, racing forms, correspondence and, on the bottom, something that elicited a joyful reaction from Ernest: “The notebooks! So that’s where they were! Enfin!”

There were two stacks of lined notebooks like the ones used by schoolchildren in Paris when he lived there in the ’20s. Ernest had filled them with his careful handwriting while sitting in his favorite café, nursing a café crème. The notebooks described the places, the people, the events of his penurious life.

bron: Don’t Touch ‘A Moveable Feast’ (New York Times)

Ernest geeft ons ondermeer een inkijkje in zijn werkelan.

In die kamer heb ik ook geleerd niet meer te denken aan wat ik aan het schrijven was vanaf dat ik ophield met schrijven tot ik de volgende dag weer begon. Op die manier zou mijn onderbewuste eraan werken en tegelijkertijd kon ik dan naar anderen luisteren en alles opmerken, hoopte ik; leren, hoopte ik; en las dan zo dat ik niet aan mijn werk zou denken en mezelf onmachtig maken het af te maken. De trap aflopen als ik goed gewerkt had, en daar kwam zowel geluk als discipline aan te pas, was een heerlijk gevoel en ik was dan vrij om waar ik maar wilde in Parijs rond te lopen.

Ik moest er vanmorgen aan denken toen ik onder de douche stond. Plotseling kreeg ik een ingeving over een paar noten melodie van een lied waar ik al een paar weken aan werk. Ineens hoorde ik hoe de melodie beter omlaag kan gaan in plaats van omhoog. Hoewel ik het nummer al dagenlang terzijde geschoven had. En zonder me druk te maken over die passage, ik voelde dat er iets mee was, maar had het geaccepteerd. Dan toch speelt ineens dat brein weer op en komt met een voorstel.

Ik kan me niet heugen dat ik erover gedroomd heb of wat de trigger is. Het diende zich simpelweg ineens aan vanmorgen. Hoewel het meeste wat ik doe gewoon een kwestie van werk is, gaan zitten en aan de slag gaan, het onbewuste moet ook een kans krijgen. Vanuit die onbekende plek die niemand ooit zal vinden, komt er soms iets. Het is een klein wonder.

Door Marco Raaphorst

maakt podcasts en muziek

3 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.