Tijdens een kort wandelingetje kwamen we erop. We babbelden wat over ons liedje Grijs. Ineens besefte ik dat er geen aanleiding was en dat ik er weinig verhaal omheen te vertellen had behalve te zeggen dat die nieuwe single Grijs er is. Het voelt fijn om het daarbij te laten. Het is gewoon een lied dat je moet draaien. Je vindt het misschien mooi, of niet. Daar kan ik niets aan veranderen.
Soms heb ik een discussie over geluid met de nerds van bijvoorbeeld Gearslutz. De naam zegt het al. Eigenlijk druist het in tegen mijn levensovertuigingen. Ik wil niet gehecht zijn aan de spullen die ik gebruik. En dat ben ik ook niet, zet mij in een willekeurige studio neer of laat mij plaatsnemen achter andermans computer en ik kan daar prima mee uit de voeten. Het draait niet om de spullen, het draait erom wat ik ermee doe.
Toch raak ik regelmatig in een discussie verzeild. Al snel gaat dat richting wetenschap. Het meten van geluid en het reproduceren van geluid in het digitale domein. En telkens weer blijkt het allemaal heel subjectief te zijn. Vrijwel niets is exact te meten, altijd zijn er weer onvoorziene factoren, hoe klein ook, die van invloed lijken te zijn. En altijd komt het neer op smaak. Vindt persoon A iets lekker klinken terwijl persoon B daar totaal anders over denkt.
Het gekke is: ik ben dol op subjectiviteit. Dus waarom ben ik dan ook zo dol op dat analytische, de wetenschap erachter? Ik word heel blij van de wetenschap dat het allemaal subjectief is (misschien de mooiste wetenschap die er is: de wetenschap van subjectiviteit). Het geeft een soort rust, ik hoef niets te onderbouwen of te verdedigen. Het voelt ook persoonlijker, wetenschap probeert immers absoluut te zijn, maar waar ik mij mee bezig hou heeft vooral met smaak, fantasie en esthetiek te maken. Het draait om mij, ik ben mijn eigen subject.
Subjectiviteit en wetenschap gaan trouwens heel goed samen. Zo weet ik dat verpleegkundigen en artsen bij het behandelen van patiënten voor een groot deel varen op intuïtie. Zonder op alle apparatuur te kijken voelen ze aan hoe het met een patient gaat, zelfs als deze in coma ligt. Toch kunnen zij ook niet zonder wetenschap natuurlijk. Zij moeten kennis nemen van onderzoeken en zijn voor een groot deel aangewezen op data van de patiënten. Punt is alleen dat daarbij intuïtie en gevoel ook heel belangrijk zijn. Het een kan niet zonder het ander.
Intuïtie en gevoel zijn dus minstens zo belangrijk als kennis, toch is er in onze samenleving vrijwel alleen maar aandacht voor dat wat we kunnen meten. Wat vreemd is, want de mooiste dingen in het leven kun je immers niet meten. Handig hoor dat intellect, maar zonder intuïtie en gevoel ben je helemaal nergens. Er moet wat mij betreft een evenwicht zijn tussen kennis en het abstracte (intuïtie, gevoel, fantasie).
En vergis je niet: je kunt heel zeker handelen op intuïtie en gevoel. Intuïtie speelt in vele beroepen een essentiële rol. Zo luisterde ik een poos geleden naar de BBC podcast ‘Intuition: Why should we trust it?’ over de brandweerlui die vaak juist intuïtief moeten handelen.
Bij muziek werkt het natuurlijk precies zo. Het draait voor een groot deel op instrumentbeheersing en het gebruik van muzieksoftware. Techniek dus. Voor een deel zit daar dus kennis en wetenschap achter. Maar het komt ook aan op fantasie en esthetische keuzes. Wat je intuïtie en gevoel kunt noemen, want je voelt als het ware aan welke kant de muziek moet opgaan. Zonder het te verklaren. Zonder het te willen verklaren. Het is deze ongrijpbare factor die ik zo koester in mijn werk. Het lijkt misschien ongrijpbaar maar niet voor mij. Voor mij is het namelijk glashelder. Zo moet het zijn.
Geef een reactie