Dag mam (28-10-1936 — 9-12-2021)

foto gemaakt door mijn pa, Hans Raaphorst

Graag wil ik iets vertellen over het leven van mijn moeder. Ik hou het luchtig want dat riep ze ons ook toe vanaf haar sterfbed. Wanneer we spraken over haar uitvaart zei ze regelmatig: “maak het niet te zwaar.” Bij sommige muziek die we voorstelden stak ze zelfs haar tong uit. Heerlijk toch zoveel duidelijkheid?

Je hebt mensen die, wanneer ze de trein gemist hebben, doen alsof de wereld vergaat, mijn moeder haalde dan haar schouders op en wachtte op de volgende trein. Ze was in één woord een positivo. Iemand die droog realistisch de situatie wist in te schatten. Zolang je je niet in een levensbedreigende situatie bevindt, waarom zou je je dan druk maken?

En toen een levensbedreigende situatie zich wel aandiende, realiseerde zij zich dat verzet ertegen alleen maar haarzelf en anderen in de weg zou staan. Ze accepteerde haar lot, de mooie leeftijd van 85 jaar en haar ziekte, alvleesklierkanker. Het gaf ons veel troost en we steunden haar in de overgave.

Mijn moeder was een geboren Rotterdammer. Geboren op 28 oktober 1936. Ze was nummer zes uit een gezin van acht kinderen. De familie Van Leeuwen verhuisde in 1939 naar Den Haag omdat vaderlief een kantoorbaan had gekregen bij de Koninklijke Marine.

Helaas brak kort daarna de oorlog uit. Het is bizar om je te realiseren dat mijn moeder’s jeugdherinneringen allemaal oorlogsherinneringen zijn. Het heeft z’n sporen achtergelaten. Zo was ze als kind tijdens de oorlogswinter van 1944 een week of zes, zeven, naar een boerengezin in Delfgauw gestuurd om aan te sterken. Het waren kennissen van haar vader. Maar mama vond het verschrikkelijk.

En haar oudere broer Karel, net 18 jaar oud, dook met een oom in de kruipruimte onder het huis wanneer een luchtalarm klonk om zo uit handen van de moffen te blijven. Tijdens een van de razzia’s stond een soldaat bij hun op de stoep. Mijn moeder zat bij haar oudere zus Ali op schoot terwijl Ali de soldaat om de tuin leidde door te vertellen dat Karel in Zeeland was bij een zus van vader. Zeeland was inmiddels al bevrijd gebied. De mof trapte erin en droop af.

En zo waren er meer oorlogsherinneringen.

In het kantelpunt van de jaren 50 naar de jaren 60 kwam de rock ’n’ roll op gang. Mijn moeder hield daar wel van en draaide stiekem met haar zussen plaatjes op de slaapkamer. Het werd geheim gehouden voor haar vader die een regelrechte calvinist was. Vader, mijn opa, ondanks de onbuigzame opvattingen, gaf volgens mijn moeder wel veel om zijn kinderen. Ook over haar moeder sprak ze altijd in de positieve zin.

Toen mama 20 was ging ze werken op het kantoor waar ook haar zwager Jan Smit werkte; de Oude Haagsche, een verzekeringskantoor. Daar werkte ze 10 jaar tot haar trouwen. Op 6 oktober 1966 trouwde ze met mijn vader.

Mijn geboorte ging gepaard met een zeer zware bevalling. Mama werd full time huisvrouw zoals gebruikelijk was toentertijd. 

Hoewel Ria geen lid was van een vrouwenvereniging sympathiseerde ze wel met de emancipatiebeweging en was ze voor gelijke rechten voor vrouwen en mannen. En gelijk had ze!

Het was de enige opmerking met een klein beetje spijt die ik een paar weken geleden van haar kreeg te horen: “misschien ben ik iets teveel huisvrouw geweest.” Maar ja het was ook de tijdgeest. En het moederschap ging haar prima af. Ze was altijd thuis met thee en koekjes. En toen ik tijdens het schaatsen met mijn kop op het ijs knalde, of die ene keer toen tijdens het voetballen mijn duim uit de kom schoot, mijn liefdevolle moeder stond altijd voor mij klaar.

Mijn moeder was wel veeleisend. Ook zeker naar zichzelf toe. Maar ook naar anderen. Altijd had ze wel iets op of aan te merken. En soms was ze zelfs een tikje wantrouwend.

Die veeleisendheid uitte ze ook naar mij toe. Heel af en toe kwam er een compliment. Maar het kwam ook vaak voor dat ze een afkeurend gezicht trok.

Er gold tussen ons een behoorlijke generatiekloof. Maar de kloof werd beslecht toen ik zelf vader werd. Ze zag dat ik mijn eigen, andere, keuzes maakte en complimenteerde mij er soms voor.

Mam kon goed lachen en was zelf ook grappig. Zo vertelde mijn oom Theo Raaphorst dat hij het lastig vond afscheid van haar te nemen in het hospice. “Wat zeg je dan?” Dus zei hij tegen mijn moeder “tot ziens” waarop zij antwoordde met de zin: “beneden of boven?”

En dan de ziekte die haar overviel, die ons overviel. In korte tijd was ze gaan afvallen, viel haar eetlust weg en begon ze geel te zien. Een tijd lang hield ze het bezoek af. Ook voor mij en mijn dochter Puck. Na lang aandringen ging mama overstag: kom maar langs dan. Er was een soort schaamte voor haar toestand. Of misschien was ze er nog niet aan toe om ons te confronteren met haar ziek zijn. Ze was ijdel, wilde er altijd verzorgd uitzien.

Toen de diagnose ons werd mede gedeeld door de internist had ze er direct vrede mee. Er was geen geknok, er was acceptatie. Geen moed, maar realisme. De korte tijd die ons restte hebben we met elkaar doorgebracht. Elke dag. En alles is gezegd. Maar nog veel belangrijker: alles is gevoeld.

Na haar overlijden wasten we haar lichaam. We deden haar gebit in. En we lieten haar heerlijk ruiken.

Mijn moeder zaliger is waardig gestorven.

Gepubliceerd op
Gecategoriseerd als uitgesproken

Door Marco Raaphorst

maakt podcasts en muziek

19 reacties

  1. Wat een mooi afscheid heb je geschreven. Gecondoleerd jongen en zoals mijn moeder gezegd zou hebben “de kop er maar weer voor.” (West Fries voor: gewoon doorgaan). Sterkte. J

  2. Je moeder zou vast een compliment hebben gegeven over hoe mooi en persoonlijk je dit hebt verwoord Marco. Ik wens jou en je familie heel veel sterkte.

  3. Gecondoleerd Marco met het verlies van je moeder. Wat een mooi verhaal heb je geschreven over haar laatste weken met jullie. Het voelt als compleet en afgerond.

Laat een antwoord achter aan Marco Raaphorst Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.