Ken je het gevoel dat je ergens wat mee moet maar niet precies weet wat precies? Dat was bij mij het geval toen ik de cursus Oral History Interviewen voorbij zag komen. De cursus zou gegeven worden door Annegriet Wietsma die ik kende van de geweldige podcast De Deventer Mediazaak.
Nu hoor ik je hersens kraken, oral history?! Het begrip staat voor gesproken geschiedenis, wat ook wel, nog fraaier, levende geschiedenis genoemd wordt. Middels deze techniek interview je getuigen via hun eigen herinneringen. De verhalen komen dus uit eerste hand, van personen die ergens bij betrokken waren en uit eigen ervaring spreken.
Oral history kan heel goed voor journalistieke doeleinden gebruikt worden maar is als methode toch echt iets anders dan het journalistieke interview. Annegriet noemt het journalistieke interview een soort schermwedstrijd waarin je de degens kruist en prikken uitdeelt aan de geïnterviewde om de waarheid boven tafel te krijgen. Bij oral history daarentegen vermijd je elke aanval en zorg je er juist voor dat de persoon zich veilig voelt om vrijuit te kunnen praten.
Bij alle interviews die ik eerder gedaan heb voelde ik mij nooit een journalist. Ik ben een muzikant die breed geïnteresseerd in audio is. Alle audiolagen, muziek, gesprekken, sounddesign kun je in elkaar vlechten, net zoals je met muziek en de lagen van de verschillende instrumenten ook doet. Of er iemand spreekt, of zingt, het is allemaal audio. En of je nu een muziekstuk in elkaar bouwt, of een podcast, het komt aan op timing en dynamiek. Hoewel muziek en podcasts verschillende vormen zijn om je verhaal te vertellen, er zijn ook veel overeenkomsten. Het is dat wat er klinkt waarmee je de luisteraar wilt prikkelen.
Van kinds af aan ben ik nieuwsgierig naar de verhalen van mensen, waarom ze de dingen doen die ze doen en hoe dat zo gekomen is. Die mensen bekijk ik niet kritisch maar vanuit interesse. Ik wil begrijpen waarom iemand iets doet, waarom de mens in actie komt en specifieke keuzes maakt. Ik zoek daarin niet bevestiging van wat ik al ken maar zet graag de deur naar het onbekende open.
Het belangrijke kenmerk van oral history – ‘Vertel maar, ik luister’ – wil overigens niet zeggen dat je niet aan waarheidsvinding doet. Één verhaal is geen verhaal, maar meerdere personen die hetzelfde vertellen vormen zo een gezamenlijk verhaal. Middels oral history zoek je naar de waarheid maar alleen de manier waarop dat het onderscheiden van het journalistieke interview.
Gisteren tijdens de tweede les van Oral History Interviewen overviel mij het gevoel hoe leuk ik het interviewen van personen vind. Ik kan zo mijn aandacht verplaatsen naar de ander toe (heerlijk om niet met mezelf bezig te zijn!) en vraag alsmaar door waardoor het gesprek blijft doorgaan. De belangrijkste uitgangspunten, nieuwsgierigheid en kunnen doorvragen, zijn geheel op mij van toepassing.
Gisteren viel het kwartje: ik ben dol op mensen interviewen. Ik voel grote opwinding om er beter in te worden en om het vooral veel vaker te gaan doen.
Voor een duik in mijn verleden, een van de leukere interviews, wat mij betreft is ‘De man die al 45 jaar naar vliegtuigen kijkt’:
Een interview waar best behoorlijk wat mee mis is en dat ligt aan mij, maar toch is het een heel leuk gesprek met een gewone man met een ongewoon verhaal. Ik geloof dat iedereen ongewone verhalen heeft. Kwestie van zoeken.
Ik zal niet al mijn leuke interviews opsommen, maar eentje waar ik ook met een goed gevoel op terugkijk is de nazit die ik met Björn van der Doelen had. Ik interviewde hem met een ander doel maar na afloop waren we nog niet uitgesproken. Zodoende kwam er een leuke toegift tot stand.
De methode die ik hier toepas, totaal ongeschoold, gewoon puur uit interesse en brandende energie, vind ik wel werken. Waarschijnlijk gaat het in de praktijk brengen van oral history-interviewen me nog veel verder brengen. We gaan het zien…
Geef een reactie