Het overviel me ineens een tijd geleden. Er was geen aanleiding voor, ik zat iets te doen wat er geen relatie mee had, ik keek een serie op Netflix en ineens… kwam het inzicht.
Ik had de afgelopen jaren wat lopen worstelen met allerlei zware gedachten. Wanneer was dat begonnen, sinds mijn scheiding (2005)? In mijn herinnering was ik vroeger een vrij positief ingesteld iemand. Ik wist wat ik wilde (muziekmaken) en wat ik niet wilde. Als jonge tiener wilde ik niet meer naar de kerk gaan. En ik weigerde de dienstplicht en moest zodoende alternatieve dienstplicht doen. Ik kapte mijn HEAO-studie na mijn propedeuse in het tweede jaar af en ging de muziek in.
Ik stel hele hoge eisen aan mijzelf. Vaak ben ik niet helemaal tevreden, ook al zijn anderen dat wel. Ze begrijpen dat ook vaak niet aan mij. Dan speel ik in Paradiso en inplaats van onwijs te genieten loop ik twee weken lang mezelf te teisteren met het idee dat als het optreden slecht zal gaan ik maar met de muziek moet kappen. Terwijl ik nooit met muziek wil kappen. Is dat niet een zieke gedachte? Een vriend van me wees me er ook op. Hij kent niemand behalve ik die een paar maal in Paradiso heeft gespeeld. En hij verbaast zich erover dat ik zo weinig zelfvertrouwen kan hebben en mijzelf omlaag haal. Maar ja, hij voelt niet wat ik voel.
Voor mij moet het gewoon kneiter goed zijn. Dat is wat mij in anderen ook zo aantrekt. Dat het heel diep gaat. Niet grijs, niet veilig, maar simpelweg ALLES geven.
Ik neem die vriend niets kwalijk. Ik neem niemand iets kwalijk. Maar zo rond dat optreden in Paradiso dat gepaard ging met serieuze faalangst en doemgedachten besloot ik een psycholoog te bezoeken. Er was meer aan de hand, ook de relatie met mijn ouders liep slecht. En als mijn vriendin vroeg wat ik nu voelde, angst, boosheid of verdriet, dan bleef het stil. Ik wist niet wat ik voelde.
Het waren gedachten die ik vroeger niet zozeer had. Door mijn oude gitaarleraar Ferry Robers werd ik als tiener al gauw richting het podium gestuurd. Toen ik een paar jazzstandards kon spelen was ik er volgens Ferry al rijp voor. Het voelde direct vertrouwd. Zelfs toen ik in 1987 op North Sea Jazz speelde. Er was geen angst maar alleen maar het gevoel: dit is mijn thuis.
Maar toen ik jaren later met MAM live op televisie moest optreden was ik wel bloednerveus. Heel af en toe bij speciale dingen overkwam het me. Ik denk dat iedereen dat wel heeft.
Maar goed een paar jaar geleden toen ik in Paradiso moest optreden ging het dus een beetje mis. De doemgedachten waren ineens gitzwart.
Via mijn huisarts kreeg ik via de praktijkondersteuning een psycholoog toegewezen die mij m’n gedachten liet opschrijven. Eerst vond ik het lastig om mijn gevoelens te noteren. Wat voelde ik nu eigenlijk precies? Vervolgens dacht ik dat al mijn gevoelens niet overeenstemden met mijn gedachten. Kortom: dat ik eigenlijk altijd iets fout deed, dat het allemaal aan mij lag. Vervolgens kwam ik erachter dat mijn gevoel best vaak klopte bij de gedachten die ik had. Dat ik dus niets fout deed. Dat was een ontdekking.
Als je de lat erg hoog legt voor jezelf dan leg je de schuld ook vaak bij jezelf. Bovendien is overdreven schuldgevoel vaak ook het gevolg van de indoctrinatie door het geloof. Ook al weet je verstandelijk misschien best wel dat je jouw lot helemaal niet volledig in eigen handen ligt, want het ligt net zo goed in handen van de wereld om je heen, andere mensen en het systeem van de samenleving.
Misschien lees jij dit en denk je: geniet toch eens wat meer en stop met al die doemgedachten en die kwellingen!
Maar eigenlijk zeg je dan ook: stop met dit soort gedachten te hebben. Of, boeddhistisch: stop met het luisteren naar je eigen gedachten. Schenk er gewoon geen aandacht aan.
Terwijl ik naar een Netflix-serie keek kwam plotseling de gedachte in mij op: waarom zou ik geen doemgedachten mogen hebben? Waarom zou ik mezelf straffen met het idiote idee dat het heel dom is om aandacht te schenken aan doemgedachten. Dat is tweemaal ellende: eerst door de doemgedachte zelf en daar dan nog bovenop de straf dat ik het mijzelf kwalijk neem dat ik die gedachten heb.
Dat inzicht zorgde voor een grote kanteling. Ja, ik heb soms gedachten die mezelf beperken. En ja, ik luister soms naar die innerlijke stem terwijl een ander dat soort innerlijke stemmen kan negeren. Maar dat geldt voor mij vaak ook. Ik speelde heerlijk tijdens On Stage op televisie. Alle paniek wist ik ,door te letten op mijn ademhaling, te voorkomen. De weken ervoor had ik diverse doemgedachten gehad. Ze kwamen zomaar in mij op. Ik kon er niets aan doen dat ze kwamen maar ik kon het effect ervan wel veranderen. De doemgedachten waren geen straf maar de aanleiding om simpelweg op mijn ademhaling te letten. En het resultaat was: ik genoot van het spelen. Wat een cadeau!
Doemgedachten komen, zoals je honger hebt of moet poepen. Ik onderzoek ze. En ja, soms krijg ik imposter-gedachten. Dan denk ik dat ik niet goed genoeg ben. Of een grote fout zal maken dat het einde van mijn carrière zal betekenen. Het zijn gekke gedachten die mogelijk kunnen gebeuren maar vaak juist niet gebeuren.
Ik ga mijzelf niet langer kwellen met het idee dat het raar is om dat soort gedachten te hebben want ze komen toch wel. En ze vormen vaak een goed signaal. Angst kan een slechte raadgever zijn, maar als je die gevoelens goed onderzoekt dan kan het juist heel positief voor je werken. De overwinning van zoiets is echt van de grootste schoonheid.
Die negatieve gedachten hoef ik niet zomaar te laten passeren. Ik weet dat ik iets moet doen om de spanning in banen te leiden. Die gedachten hebben dus nut. En ik kan er soms echt iets mee.
Jezelf kwellen met de gedachte dat je bepaalde gedachten niet mag hebben is de ware kwelling. Het is als een celibataire priester die zich verzet tegen zijn eigen seksuele gevoelens. Je negeert je eigen natuur.
Noem het het accepteren van je eigen kwelgeesten. Het is de acceptie van jezelf. Van al je “rare” gedachten. En ik denk dat iedereen ze heeft. Wie doe je er kwaad mee? Vooral jezelf als je niet accepteert dat ze er gewoon altijd zullen zijn.
Lang verhaal kort: de gedachten hebben me niet tegengehouden. Ik stond namelijk wél in Paradiso van snaar te gaan. En ik speelde wél op televisie.
Ferry zou heel trots zijn geweest.
(omslagfoto van Guido van Nispen)
Geef een reactie