Elke zaterdagavond zondagmiddag een letter uit mijn muzikale ABC.
Dit keer de F van de Funk. Of nog beter, Fahnk zoals vriend John Pazdan, bassist in Chicago, het schrijft.
Laat ik maar eerst met James Brown beginnen. Plus Jimmy Nolen op gitaar. Grooven totdat het zweet in je broek staat. Zoiets.
James Brown was zakenman, Sly Stone een hippie. Rauw en puur.
En laten we de funk uit New Orleans niet vergeten. The Meters met Leo Nocentelli op gitaar bijvoorbeeld.
Of neem een George Clinton die de funk vooral met algehele gekkigheid mengt. Want als je iets met de funk niet kunt gebruiken dan is het je verstand wel. De funk zet aan tot dansen. Met een leeg hoofd en een glimlach op het gezicht.
Geen overzicht van de funk is compleet zonder de naam van Johnny Guitar Watson. De man met de lekkerste solo’s in een kurkdroog geluid zonder vervorming. Zonder opsmuk recht in het gezicht. Snerpend met een dikke bas eronder.
De funk is de positieve tegenhanger van de blues vol ellende, de country vol nostalgie. De funk vertelt zelden een verhaal. De funk zet aan tot dansen. Zet aan tot onderbuikgevoelens.
Dansen!
Geef een reactie