Je hebt twee soorten muzikanten:
- muzikanten met muzikale oren
- muzikanten die stokdoof zijn
De meeste muzikanten vallen in categorie 2. Die spelen om het spelen en om het kijk-naar-mij-hier-op-het-podium. Die trap je gelijk uit je band. Tenminste ik wel. Maak vanavond je wijf maar blij, maar eerst: spelen eikel!
Probleem is, de meeste muzikanten kunnen niet luisteren. Die vullen het liefst stiltes op met zielloze noten. Die slaan alle dynamiek uit het stuk, spelen alles vol. Die snappen geen hol van spanning en van rust. Ga maar eens bij een jamsessies kijken. Daar lopen de meest dove der dove muzikanten rond. En maar bierdrinken op dat podium en naar de wijven zwaaien.
Hetzelfde geldt voor wat ik zoveel mogelijk pleeg te doen; in opdracht muziek componeren. Bijvoorbeeld bij beeld. En ook dan doe je al snel te veel. Beeld bevat al zoveel informatie, daar kun je 3 noten tegenaan zetten en het wordt al teveel. Maar misschien voel je je ongemakkelijk omdat je voor het werk een grote hoeveelheid euro’s ontvangt. Hoe duurder de klus, des te meer noten? Zo werkt het natuurlijk niet. Sterker nog, de meeste tijd gaat zitten in luisteren. Eigenlijk betalen ze mij daarvoor. Luisteren en spaarzaam invullen. Des te minder er toegevoegd moet worden, des te beter het is. Muziek is een artificiële toevoeging die sterk onderhevig aan smaak is, dus hoe minder, hoe beter. Een film is als een bal die al rolt, die hoef je soms met een tikkie alleen wat bij te sturen.
Bijvoorbeeld via 3 noten en 2 akkoorden:
De truc van het maken van muziek is je te beheersen. Eerst luisteren, dan doen.
Als ik je vraag te kiezen tussen een noot en stilte dan weet je nu het antwoord.
Geef een reactie