Het was een doel. Jarenlang. Ik leefde ervoor.
Het begon met de blokfluit die ik leerde te bespelen. En ik leerde het notenschrift.
Het ging door met de gitaar. Oefenen, spelen, op je bek gaan, oefenen, spelen, balen, doorgaan, oefenen, spelen. Spelen!
En het doel was duidelijk. Zo goed worden als X. Foutloos soleren over nummer Y.
En langzaamaan komt het besef. Je kunt het.
Je hebt een nieuw doel nodig.
Nog beter worden!
Het doel blijkt oneindig. En je houdt ervan. Nooit veilig aankomen, maar altijd onderweg zijn naar het hogere doel. Dat wordt je doel.
Je maakt er je beroep van. Je bent ervoor gemaakt.
Op een dag zegt iemand tegen je:
“je kunt heel goed worden als je echt luistert naar het verhaal”
Het zal nog lang duren voordat je het echt begrijpt.
Toch komt die dag.
De dag van het inzicht. Want muziek is niet het doel. Nooit geweest ook. Muziek is natuurlijk slechts een middel. Of misschien wel een vorm. Of een kader. Of verpakking. Maar een doel op zich? Nee.
Het doel is het verhaal, de boodschap, het gebaar, de aanraking op afstand.
Muziek en geluid, ik spreek die taal. Een taal waar ik mij jarenlang in getraind heb. Als een schrijver die zijn potlood sleep.
Muziek en geluid, middelen om mijn verhaal te vertellen, of de verhalen van anderen. Muziek en geluid die het kader bepalen waarin het vertelt wordt. Muziek en geluid als kleur. Muziek en geluid als aanvulling. Het geeft richting. Het stuurt.
Maar nooit als doel op zich. Vandaar ook deze tekst. Zonder muziek.
Geef een reactie