Ik kom uit een gereformeerd gezin. Niet te verwarren met streng gereformeerd. Het ging er dus nog relatief soepel aan toe bij ons thuis. Toch vond ik het op gegeven moment wel welletjes. Ik moet een jaar of 13, 14 zijn geweest.
Dat proces nam enige tijd in beslag, het proces van echt definitief stoppen met de kerkgang. Eerst belandde ik bij de jeugd achterin de kerk. Maar ook daar voelde ik me niet thuis. Pepermuntpapiertjes op de kerkbanken plakken was het enige dat men deed. Dit leverde zilverkleurige patronen op.
Op een gegeven moment kwam ik bij de kerktelefoon terecht. Echt iets voor mij, zo dacht ik in eerste instantie. En dus zat ik elke zondagochtend daar, in mijn ‘eigen’ ruimte. Zonlicht viel naar binnen en ik zat er heerlijk in mijn eentje vrijwel de hele dienst wat te lezen of te fantaseren.
Voordat de kerkdienst begon drukte ik op een paar knoppen en legde een verse tape op de bandrecorder. Tijdens de kerkdienst moest ik alleen opletten wanneer er gezongen werd want dan moest de microfoon van de dominee echt dichtgedraaid worden wilden de luisteraars van de kerktelefoon geen rolberoerte krijgen, zo vals zongen die dominees.
Maar ook daar begon het te knagen. Waarom doe ik dit? En dus stopte ik kort daarna met mijn kerkgang definitief. Een jong besluit. Het hele idee dat de wereld bedacht en geschapen was door een mens ergens op onbekende hoogte en dat deze persoon ook nog eens een zoon had verwekt via een maagd, het ging er bij mij niet in. Ook het theatrale gedoe van de dominee waar een muisstille kerk naar luisterde, het wekte verzet en weerstand bij mij op.
Na de acceptatie van het atheïsme ben ik met een meer kritische blik tegen allerlei zaken aan gaan kijken. Toch vind ik dat ik nog steeds heel naïef en goedgelovig dingen kan aannemen zonder dat ik een meer kritische houding aanneem. En dat terwijl ik drommels goed weet dat het zo niet werkt. Het zit in ons en dus ook mijn systeem, dat we geloven wat er in de bijbel en wat er in de geschiedenisboeken geschreven staat. Zaken die zich afspeelden lang voor onze geboorte, of in andere landen, mogen we aannemen dat de schrijver de waarheid schrijft? Dat wij hem geloven?
Gespaard van dominees ben ik sindsdien niet gebleven. Verre van dat, het stikt van de dominees die krachtig hun geloof prediken. Vorige week hoorde ik Lawrence Lessig zijn preek ‘Help US, Please‘ tijdens Picnic ’11 afsteken. Lessig predikt voor de open source en open content kerk. En zijn ‘Help US, Please’ is vooral een aanklacht tegen Amerika. Zo zou Amerika volgens Lessig enorm achterlopen op het gebied van internet en open data in het bijzonder. Wij hier in Nederland moesten ons gelukkig prijzen met het uitzonderlijke besluit van de Nederlandse overheid om zich te committeren aan open data, zo predikte hij.
Toch zet Lessig waarschijnlijk de waarheid een beetje te theatraal naar zijn hand. Hoe goed zijn verhaal ook is, het is een eigen, sombere, interpretatie van de werkelijkheid. Marieke Vos sprak haar verbazing uit over het standpunt van Lessig dat ik haar tijdens de Opuh Koffie voorlegde. Volgens haar is Amerika juist heel actief met open data. Zo mailde ze mij na de koffie over data.gov.
Wat moeten we geloven als we er zelf niet bij zijn geweest, het niet zelf hebben gezien, het niet zelf hebben gehoord, er geen ervaring mee hebben? Daarom zijn mensen op zoek naar dominees. Om het te geloven.
Foto: Nick Jewell / creative commons BY
Geef een reactie