Ik stuitte op een interview met Andy Warhol waarin de volgende passage te lezen valt:
O’BRIEN: Who invented the word superstar?
WARHOL: I think it was Jack Smith.
O’BRIEN: And who were the first superstars?
WARHOL: They were all Jack Smith’s stars; every one of them was really a great person. The first ones we used were Taylor Mead, Edie Sedgwick, Brigid Berlin, Allen Midgette.
Opvallend, het woord superster is dus niet ouder dan de jaren 60. Een stempel voor het uitdrukken van populariteit, roem, faam, goddelijkheid. Kwantificeerbaar. Gemakkelijk gemaakt voor het klootjesvolk.
Maar wat was er dan voor de superster? De gewone ster. Eentje die nog gewoon zijn eigen brood moest smeren.
Het wachten is nu op de supersuperster. Want natuurlijk, in de toekomst wordt alles beter…
Geef een reactie