Maartje Duin vertelde tijdens haar Masterclass op het Oorzaken Festival uitgebreid over de productie van De plantage van onze voorouders. Toen het tijd was voor vragen stond Jair Stein als eerste op. Hij greep de twijfel van Maartje over een voice-over aan om er een vraag over te stellen. Hoewel? Het was meer zijn stellige mening over De Journalistieke Plicht die in zo’n situatie Keihard Roept. Volgens Jair moet de journalist duiding geven zodat de luisteraar niet in het ongewisse blijft.
Hieronder het relaas van Jair en het antwoord daarop van Maartje:
If you leave it out you are now longer a journalist or a reporter but you’re just giving people space to tell their own story. And then it doesn’t really matter if it is true or not. I am thinking they can have there own truth, people can have there own truth, but there must always be their sort of intermediary, some critical voice that says “is that really true?” and just raising the question is enough.
Ik ben het hier totaal niet mee eens. “You’re just giving people space to tell their own story“, is volgens Jair een probleem terwijl het dat volgens mij juist niet is. Het is goed als de luisteraar zichzelf vragen gaat stellen. Waarom zou een journalist die vragen (nee nog erger: alle vragen!) moeten beantwoorden?
In mijn ogen is dat voorspelbaar, saai en dwingend. Bovendien neemt de journalist de luisteraar dan niet serieus. Mijn brein werpt de hele dag vragen op. En zelfs al blaft de journalist een antwoord van 5 minuten in de microfoon, denk je echt dat de luisteraar niet met vragen blijft zitten? Raapie wijsheid nummer #1: elk antwoord werpt weer nieuwe vragen op.
Verhalen kunnen op velerlei manieren geïnterpreteerd worden, het is dus ondoenlijk om alle mogelijke interpretaties te gaan duiden.
Bovenstaand citaat bevat bovendien een contradictie omdat Jair eerst stelt dat de journalist de vragen moet beantwoorden maar vervolgens stelt hij dat het ook goed is dat “just raising the question is enough“. Wat is het nou?
Laat de freaks spreken
Neem een voorbeeld aan Love and Radio. Wat deze podcast voornamelijk presenteert zijn de monologen van lui die je met gemak Totale Freaks kunt noemen. De voice-over is er enkel voor vragen, maar nooit voor het duiden van de persoon. En al helemaal niet op moralistisch vlak. Bij Love and Radio hoor je de meest geflipte verhalen verteld worden zonder dat er een journalistje gaat lopen ingrijpen omdat de mensjes misschien anders verkeerd gaan denken… Nee bij Love and Radio is het geheel aan de luisteraar wat men er van maakt. Is interpretatie de goden verzoeken? Ja zoiets, maar het is niet anders. Beter dat dan dwingend gaan duiden. Vind ik dan. Ook de muziek en montage ligt niet voor de hand. De luisteraar wordt flink uitgedaagd. Vindt niet iedereen lollig maar ja… iedereen proberen te pleasen, fuck man, dat is de hel!
De wantrouwende journalist
Wie podcasts maakt is (gelukkig!) nog niet gelijk een journalist. En dat is maar goed ook. Ik zou mijn podcastwerk dus ook niet als journalistiek willen bestempelen.
Ik geloof sterk in het subjectieve, het gekleurde, de eigen beleving, oral history zo je wilt. Natuurlijk, de feiten, ze zijn belangrijk, maar de ervaring is minstens zo belangrijk. En juist met een audiorecorder kun je die ervaring zo goed vastleggen want je hoort dan ook hoe iemand iets zegt.
Zelf stuitte ik twee jaar geleden op het verhaal van de Neuroloog-intensivist Peter van Vliet die in het Haaglanden Medisch Centrum voor zijn eigen patiënten piano speelt op de afdeling Intensive Care. Ik maakte een afspraak met de arts, interviewde hem op de afdeling IC en maakte ook een opname terwijl hij voor zijnpatiënten speelde. Daar stond ik dan met een brok in mijn keel met mijn audiorecorder in mijn hand… muziek die ik normaliter niet zo snel zou opzetten kreeg daar in die beladen setting tussen de ernstig zieke patiënten ineens een heel andere zeggingskracht.
De ruwe opnames legde ik voor aan Anton de Goede die toentertijd voor VPRO Radio Doc werkte. Telefonisch legde Anton uit dat het misschien wel een interessante Radio Doc kon worden maar hij vond wel dat ik ook met een patient moest gaan praten. “Als ik zelf daar voor pampus zou liggen dan zou ik die muziek verschrikkelijk vinden!“, zo vertelde Anton mij.
Ik voelde me daar helemaal niet goed bij. De meeste patiënten op de IC liggen aan de beademing of liggen in coma. Bovendien had Peter van Vliet mij verteld dat het spreken metpatiënten vanwege privacy zeer gevoelig ligt. En wat verwachtte Anton dat zo’n patient zou gaan zeggen? Hoopte Anton op wat extra sentiment van de patient die vervolgens ook nog Anton’s eigen vooroordeel zou bevestigen dat de muziek niet te harden is?
Ik kreeg het er koud van. Het leidde tot niets. En dus publiceerde ik hem op mijn VERVORMER.
Wat is een podcast? Volgens mij zijn we dat met zijn allen aan het uitvinden. Maar als het iets niet is dan is het wel het opvolgen van een stel stoffige regels.
Geef een reactie