Een compressor is een handig tooltje dat we vandaag de dag meestal in de vorm van een stukje software gebruiken (plugin) om de pieken in ons audiosignaal wat in te dammen. Elke piek die boven de door ons ingestelde drempel/threshold komt, wordt met een bepaalde factor/ratio verlaagd. Met als resultaat een audiosignaal waarbij de zachte en harde momenten minder ver uiteen komen te liggen, wat een meer rustige luisterervaring zal opleveren dankzij de meer constante geluidsdruk.
De keerzijde van een compressor is dat je er een saai levenloos on-dynamisch geluidssignaal mee kunt creëren met name als je teveel compressie toepast. De tussenweg, niet teveel en niet te weinig, levert meestal het beste resultaat op.
RMS
Je hebt ook compressors die niet uitgaan van de pieken maar van het Root Mean Square-principe (RMS). Bij RMS wordt de geluidsdruk in combinatie met tijd gemeten. De gemiddelde geluidsdruk. RMS is een soort voorloper van LUFS. Hierdoor klinkt deze vorm van compressie rustiger omdat het niet direct elke piek de kop indrukt maar langzamer werkt.
Vroeger in het analoge tijdperk mixten we met de handen aan de faders. Zo heb ik nog vele mixen gemaakt eind jaren 80, begin jaren 90. Dan stond ik samen met de technicus met vier handen aan de mengtafel live de mixage te doen. Dat kwam dus aan op onthouden welke fader op welk moment je harder of zachter moest zetten.
Variable-Mu
Vandaag de dag automatiseren we die bewegingen van een fader, volume control. Maar net als vroeger met de vingers laten we die automatisering altijd rustig opkomen, fade in, en rustig uitfaden, fade out. En daarmee zijn we aanbeland tot de kern van mijn betoog: dit kunnen sommige compressors ook. Met name compressors die het analoge Variable-Mu concept simuleren.
Een van mijn favoriete compressors is de Klanghelm MJUC. Als je hem juist afstelt kan deze een soort fader-automatie bieden waar je vrijwel geen omkijken naar hebt. Je stelt de compressor juist af en vervolgens zal ‘ie elke ingangssignaal naar een fijn volume ombuigen. De crux van de Variable-Mu zit hem erin dat deze compressor heel loom kan reageren dus met een trage attack en een trage release.
Hoewel je een Variable-Mu compressor prima per kanaal kunt gebruiken is ‘ie met name handig op het totaal, op de master-bus, als een soort lijmmiddel.
De Variable-Mu compressor kan de dynamiek drastisch verkleinen zonder dat je het hoort. Ik gebruik het ook heel vaak op muziek die ik drastisch wil indammen qua dynamiek. Neem bijvoorbeeld de track Live And Let Die van Paul McCartney. Deze track begint heel zacht dus als je deze gelijk legt qua volume na een gesproken stukje dan wordt het nummer op een gegeven moment te hard. Laat je hem zacht beginnen dan klinkt dat ook verkeerd. Met de Variable-Mu compressor dam ik dan de dynamiek drastisch in waardoor het beter aansluit bij de rest.
Een andere geweldige Variable-Mu compressor is de Moo Tube van McDSP. Ik ken diverse experts die de Moo onbruikbaar vinden. Want: ze horen hem niet. Dat is precies het geniale ervan. De Moo kan net als de MJUC compressen als een dolle zonder dat je hem hoort. En dat is ook precies wat ik met dit stukje wil vertellen. Compressie als een soort fader control, het kan, het bestaat. En ik ben er dol op.
Geef een reactie