Vanuit de popmuziek beschouwd was er eerst elektrische popmuziek en deed vanaf eind 60-er jaren de electronica haar intrede. Toch leert de geschiedenis ons dat elektronische instrumenten al decennia lang gebruikt werden door klassieke componisten voordat popmusici ze ontdekten.
De Moog van George Harrison
Pas in 1966 is op de Beach Boys hit Good Vibrations voor het eerst een Theremin te horen, een instrument dat te boek staat als een van de allereerste elektronische instrumenten. Een jaar later gebruiken The Supremes op hun single Reflections voor het eerst een modulaire Moog synthesizer. En weer twee jaar later, in augustus 1969, gaan The Beatles met datzelfde instrument aan de slag tijdens de sessies voor het Abbey Road album. Een instrument dat door George Harrison was aangeschaft.
De Theremin en de Frying pan
De eerste elektronische instrumenten werden begin vorige eeuw nog lang voor de komst van de elektrische gitaar uitgevonden. Een van die eerste instrumenten was het apparaat dat de Beach Boys ook gebruikten: de Theremin. Deze werd al in 1919 uitgevonden door de rus Leo(n) Theremin. Ruim 12 jaar voordat George Beauchamp een eerste Frying pan bouwde, de voorloper van de elektrische gitaar. En om precies te zijn: de allereerste elektronische instrumenten werden aan het eind van de 19e eeuw uitgevonden!
Algemeen wordt aangenomen dat de elektronische muziek pas na de oorlog echt in de armen gesloten werd door progressieve klassieke componisten. Waarin Nederland dankzij het Philips Natuurkundig Laboratorium in Eindhoven in de 50-er jaren een belangrijke rol heeft gespeeld. Het vormde de bakermat voor de elektronische muziek waarin met name Dick Raaijmakers een grote rol speelde. Raaijmakers keerde in de 60-er jaren naar Den Haag, begon daar een studio voor elektronische muziek en was vanaf 1966 docent Elektronische en Hedendaagse Muziek aan het Koninklijk Conservatorium Den Haag. Hoewel Den Haag te boek staat als beatstad mag deze zeer belangrijke elektronische geschiedenis zeker niet vergeten worden!
Het fysieke aspect speel geen rol
Elektronische instrumenten hebben als kenmerk dat het fysieke aspect van het instrument en de klank los van elkaar staan. Om een diepte toon te generen hoeft een electronisch instrument niet een grote klankkast te hebben met bijvoorbeeld lange snaren. In een electronisch instrument is er geen klankkast aanwezig maar worden de klanken juist geheel electronisch opgewekt. Een nogal geniale uitvinding dus omdat het ons muzikanten en componisten in staat stel om voorheen onbekende geluiden te produceren.
De mens is een gewoontedier en heeft misschien daarom moeite met geluiden die men niet kan plaatsen. En al helemaal als ze veroorzaakt worden door een muzikant die iets staat te doen wat we visueel niet kunnen plaatsen. Een rockmuzikant die met gespreide benen hard op een gitaar staat te hakken dat snappen we allemaal, ook al is dat vooral puur show. Maar iemand die heel geconcentreerd achter een tafel met electronica staat, nog altijd lijken we daar moeite mee te hebben. De relatie tussen wat je hoort en wat je ziet ontbreekt. Maar moeten we dat misschien niet langer als een handicap zien maar puur als gegeven gaan beschouwen? Ja dus, want moderne muziek is abstract. Kijk dus liever met je oren.
(omslagfoto via Beatle Photo Blog)
Geef een reactie