Zoals een schrijver een boek schrijft, zo schrijf ik mijn muziek. De meeste mensen denken dat het een magisch proces is, dat een creatieveling zoals ik geluk heeft met een creatieve ingeving dat bij hemelslag komt, maar dat is een mythe. Er gebeurt pas iets als ik aan de slag ga.
Als ik mijn akoestische gitaar aan de muur laat hangen, gebeurt er niets. En als ik niet achter de computer plaatsneem zal er niets komen. Ik moet die situatie creëren voor mijzelf, elke dag weer. Het is een kwestie van zelfdiscipline; gaan zitten, staren naar het lege canvas en een beginnetje maken. Of dat blanke canvas nu een witte pagina is, een wit doek, of een leeg project in mijn DAW, dat maakt natuurlijk niets uit.
Of noem het pielen. Ik zit dag na dag na dag te pielen en hou soms iets over dat de moeite waard is. Of ik gooi het alsnog en paar dagen later weg. Er wordt wat weggegooid in mijn studiootje! Ik wis gitaarpartijen en zangpartijen bij de vleet. Puur omdat het niet bij de rest past.
Ik verzin de muziek, speel alles zelf in, mix het, master het, verzin het artwork, regel de distributie en marketing. En omdat ik het allemaal zelf doe, mis ik soms een second opinion. Soms laat ik mijn vriendin alvast iets horen. Dat helpt vaak. En als ik twijfel of het goed is dan leg ik het soms een paar dagen weg. Er met frisse oren naar kunnen luisteren is belangrijk.
En als het af is zal het publiek mijn lied opzetten en het fris zonder voorkennis als één lineair proces kunnen beluisteren. Helaas kan ik die situatie voor mijzelf niet creëeren als maker, want ik ken de geschiedenis ervan en heb de onderdelen ervan op herhaling gehoord. Het onbevangen luisteren zal aan mij helaas voorbijgaan. Dat is de prijs die je er als maker voor betaalt.
Geef een reactie