Het was altijd een streven van mijn oude band MAM om stilistische gezien zo Nederlands mogelijk te klinken. Maar hoe doe je dat? Volgens Tom America, de aanvoerder van MAM, was dat in die jaren (’81 – ’95) een zoektocht. Hij vertelt er uitgebreid over in de serie Maternité van mijn podcast VERVORMER. Ook Henk Hofstede (NITS), Spinvis en Henny Vrienten komen daarin aan het woord. Stuk voor stuk zijn zij verantwoordelijk voor uitgesproken Nederlands klinkende muziek.
Maar ons land is piepklein. Met de Thalys van Rotterdam sta je in iets meer dan tweeëneenhalf uur uur in Parijs. Zolang doe ik er ook over om van Den Haag naar Groningen te reizen. Met de Thalys naar Antwerpen vanaf Rotterdam kost je een half uurtje. Brussel een uurtje.
Toch hoor je in de Nederlandse muziek zelden de invloeden uit andere Europese landen terug. Het is met name de Amerikaanse muziek die van invloed is. Maar ligt het juist niet veel meer voor de hand om uit de enorm rijke Europese muziektraditie te putten? Denk aan de Duitse Krautrock. De Europese klassieke muziek. De Franse Serge Gainsbourg. De jazz van de Belg Django Reinhart. De Belg Jacques Brel. De Spanjaard Paco de Lucía. Etcetera.
Voor wijlen Arno Hintjens was dit wel het geval. Dat inzicht kwam nadat hij in Amerika geweest was. In het boek Vive ma liberté van Bart Steenhaut vertelt hij erover:
Ik wilde een andere richting uitgaan. Ik was naar Amerika geweest en daar had ik veel bands zien spelen die stukken beter waren dan wij. Logisch, want het waren meestal zwarte Amerikanen die zwarte Amerikaanse muziek speelden. De blues. Maar ik ben een European, en ik moet Europese muziek maken. Waarom een kopie maken van iets dat al bestaat? Eigenlijk heb ik daar het licht gezien, want op dat moment is het besef gegroeid dat wij Europese muziek moesten gaan maken. Ik leef in een land dat een melting pot is van alle culturen. Rij vijftig kilometer naar het noorden en je zit in Nederland, vijftien kilometer naar het zuiden zie je de grens met Frankrijk. Met een stevige aanloop spring je in het oosten zo Duitsland binnen, en op heldere dagen zie je in Oostende de Engelse kust liggen.
Als je goeie ogen hebt, kan je in de verte de Rosbiefen gadeslaan. Daarom is België een goeie testmarkt voor jonge buitenlandse bands: als het hier – op het kruispunt van al die verschillende culturen – werkt, marcheert het overal.
Die omslag resulteerde in 1980 in de band T.C. Matic. Een band waar ik als Europeaan trotst op ben omdat ik het herken: dit zijn wij.
Geef een reactie