Slechts een beperkt deel van de popmusici is aangesloten bij de BUMA

Toch wel opvallend.

Zijn het er miljoenen of slechts een paar duizend mensen die popmuziek maken?

Eindelijk is daar nu het exacte antwoord: een half miljoen. En dat niet alleen. Gemiddeld maken zij maar liefst 395 minuten per week muziek. Het is de uitkomst van het eerste grootschalige onderzoek naar amateur-popmuziek in Nederland genaamd 395 minuten.

(bron)

Maarten Brinkerink was zo slim om daar de cijfers van BUMA aan toe te voegen:

Er zijn meer dan 16.000 Nederlandse muziekauteurs en -uitgevers aangesloten bij Buma/Stemra.

(bron)

Aangezien het bij de BUMA dus ook over uitgeverijen gaat (uitgeverijen die de rechten voor bands en musici beheren, dus 1 staat tot N), is het beeld niet helemaal juist, maar ik denk wel dat we kunnen constateren dat een kleine minderheid aangesloten is bij de BUMA terwijl meestal het tegenovergestelde gedacht wordt.

Opnieuw een bewijs dat de wereld heel anders in elkaar zit dan de oude machthebbers ons maar wat graag willen doen geloven!

Update: Ik vraag mij trouwens gelijk af welk deel van deze grote groep die niet bij de BUMA aangesloten is weleens op radio en televisie te horen is. Zitten die de kas van de BUMA te spekken (net als ik dus)? Ben benieuwd of de Publieke Omroep hier oren naar heeft. Want ik zie mogelijkheden!


Abonneer je op mijn berichten

Bepaal zelf de frequentie waarin je mijn artikelen wilt ontvangen (direct, dagelijks of eens per week). De link om dit in te stellen vind je in de bevestigingsmail.

Reacties

14 reacties op “Slechts een beperkt deel van de popmusici is aangesloten bij de BUMA”

  1. Rob avatar

    Volgens mij ga je nu even iets te snel door de bocht.
    De belangrijkste conclusie is juist dat de popmuziek op de 2e plaats staat binnen de amateurkunst.
    Nu kan ik niet goed opmaken wat de leeftijdsgrens van het onderzoek was, maar het lijkt me logisch dat een 12-jarig meisje met als droom, meedoen met het juniorsongfestival, niet aangesloten is bij buma. Zo ook het lokale trash-bandje met 2 optredens per jaar.
    Dat neemt niet weg dat ik ook veel mogelijkheden zie :)

  2. Marco Raaphorst avatar

    Maar de overgrote meerderheid is niet aangesloten. Een minderheidssysteem bepaalt dus de regels in Hilversum en Horeca Nederland om maar iets te noemen. Opvallend vind ik en ik hoop dat een hoop ogen en oren open gaan nu :)

  3. Johan avatar

    Hey Marco,

    Ik vraag me af hoe de grote groep muzikanten die niet bij buma aangesloten is geld verdient met hun muziek. Misschien wel via creative commons en de rechtstreekse contacten die daaruit kunnen voorkomen of in verschillende vormen muziek aanbieden via je eigen internetsite. Radiohead bijv. geeft je de keus wat je betaalt en verdient daar goed mee. Optreden is ook een belangrijke manier geworden nu CD verkopen kelderen en de entreeprijzen voor de bekendere bands skyhigh gaan.

    Ik werk als video editor veel voor div. omroepen(NOS enz)met CD,s vol met aftandse thematische stockmuziek die gemaakt is door onbekende muzikanten of bedrijfjes..bijv horror, tension, dramatisch, lounge, klassiek, enzenz. Hele bakken vol trouwens met die dingen dus er is wel een markt voor. Als ik muziek van echte bandjes gebruik wordt dat netjes genoteerd en doorgegeven aan buma stemra. Ik denk dat producers zoals kruder en dorfmeister daar dik op binnenlopen want die worden vaak gebruikt. Ook gebruik ik wel eens mijn eigen muziek maar ben geen lid van buma en dan wordt het een moeilijke zaak om je geld te krijgen. Eigenlijk vind ik het teveel moeite om die paar euro te gaan verhalen en doe het meer voor de eer.

    Ik denk dat er in Nederland niet superveel bandjes of producers zijn die daadwerkelijk (veel)geld verdienen met eigen nummers of het moet zijn voor commerciele/reclame doeleinde.
    Diegene die wel geld zien zitten waarschijnlijk bij de 16.000 van buma. Tja veel te zeggen over dit onderwerp.

    greetz Johan

  4. Marco Raaphorst avatar

    Er is een grote groep die in opdracht schrijft. Zij verdienen gewoon geld via opdrachten. Zoals ikzelf bijvoorbeeld. Optredens betalen ook goed natuurlijk. Ja, in de kroeg verdien je niets, maar daarbuiten al snel wel. Ik heb met mij Braziliaanse band Banda Energia ook dik verdient.

    De BUMA zorgt niet direct voor geld. Je moet wel heel erg vaak op radio en tv te horen zijn wil je er een boterham aan kunnen verdienen. Het gaat maar om een zeer klein percentage van de leden die er wat geld aan overhoudt. Het gros zal echt aanvullende inkomsten nodig hebben. En zelfs voor de Borsato’s geldt natuurlijk dat de meeste inkomsten binnenkomen via concerten, CD verkoop en merchandising.

  5. gurdonark avatar
    gurdonark

    I think that the new culture of music-makers are now beginning to realize that they constitute a culture all their own larger than the commercial music creation culture. With that realization will come inevitable change–and improvement.

  6. Marco Raaphorst avatar

    @gurdonark yes, probably the most important part of our culture is that which is produced by ‘just’ the people. Here in Holland we have the Institute for Image and Sound (Beeld en Geluid). The most important part of their collection – this is what they say – is what amateurs have produced over the years. Video’s and photo’s of people on the streets, normal everyday life. The things professionals normally would not touch often.

    I have good contact with many Flickr photographers from The Hague (Den Haag). I think those people are capturing history now as we speak. That is very important. Not often do I see these photo’s in newspapers and magazines, but I know better.

    @Johan interessant artikel. Voor mijzelf denk ik heel erg aan manieren die mij niet beperken. Blokkades, zoals teveel nadenken over het geld wat je kunt verdienen. Als je iets nieuws wilt doen, dan heb je daarvoor tijd nodig. Creativiteit moet ook zonder teveel blokkades kunnen plaatsvinden.

    Er valt zoveel over te vertellen. Geld is een van de aspecten van ‘beloning’. Naamsvermelding is wellicht nog veel belangrijker. Gisteren op de fiets dacht ik na over sound design. De meeste sample bibliotheken kun je tegen een laag bedrag kopen. Je hoeft dan meestal geen naam te vermelden van de artiest die bv de drumloops opgenomen heeft. Maar is dat eigenlijk niet heel jammer voor die artiest? Hij verdient dan misschien wel geld, maar blijft de onbekende musicus. Wie kent de musici van James Brown? Op internet kun je dit veranderen, naamsvermelding is hierin zeer belangrijk. En wellicht dat ik het sound design werk los van Propellerhead ook zo eens moet gaan benaderen.

    Geen naamsvermelding is eigen het ontkennen van het bestaan van een musicus. Toch kiezen een hoop mensen hier voor in ruil voor geld. Het trucje van alle grote bedrijven; afkopen op basis van geld. Hierin zie ik grote verschuivingen, althans voor mijn werk en dankzij internet. Elke maker kan zich meer profileren dan ooit tevoren. En al helemaal de mensen die in de oude media op de achtergrond blijven: cameramensen, editors, componisten etc. Via een weblog kunnen je andere vakbroeders bereiken. Of je nu cameraman bent, editor of componist. Volgens mij staan we nog maar aan het beging van het fenomeen webloggen.

  7. Maurice1 avatar
    Maurice1

    Aansluitend en deels terzijde:
    De vergelijking van Maarten Brinkerink vind ik erg boeiend, omdat zij grofweg aangeeft wat de verhouding tussen zgn. ‘amateurs’ en ‘professionals’ is. Ik heb hier de “Datascape cultuur” voor me liggen, een meterslang overzicht van allerlei feiten, eye-openers en vraagtekens m.b.t. cultuur, gemaakt door adviesbureau LAgroup. Hierin wordt gesproken over “Amateurkunst 2.0”. 40% van de Nederlanders bezoekt eenmaal per jaar een culturele instelling; 60% doet aan een vorm van ‘amateurkunst’ en dit aantal is snel gestegen in de laatste jaren dankzij technologische ontwikkelingen. “Het digitale domein is een vrijplaats voor creatieve uitingen geworden […]. Hiermee is de Web 2.0-trend de grote motor van Amateur 2.0. Dit gaat zo snel dat de praktijk het beleid links en rechts passeert. Als zij relevant willen blijven, moeten cultuurinstellingen manieren vinden om deze ontwikkeling in te passen. Hef de strikte scheiding tussen professional en amateur op en maak in beleid en ondersteuning ruim baan voor pro-am.”

  8. Marco Raaphorst avatar

    Daar sta ik helemaal achter Maurice!

    De elitaire toon van sommige professionals staat mij tegen, met name in combinatie met angst. Professionele fotografen die zich verzetten tegen Flickr. Professionele journalisten die zich verzetten tegen weblogs. Professionele videomakers die zich verzetten tegen YouTube.

    Ik zeg altijd: maak maar iets goed. Da’s het enige wat je kunt doen.

    Pro-am of prosumenten. Dik in orde!

  9. Marcel Boeré avatar

    Er zijn wel meer dingen niet logisch als het muziek betreft. Wil je bijvoorbeeld op tv reclame maken voor een verzekeringsmaatschappij dan moet je aan de omroep betalen, wil je reclame maken voor een liedje (door het af te spelen zodat veel mensen het horen en het plaatje gaan kopen) dan krijg je geld. Leg dat maar eens uit :)…

  10. Maurice1 avatar

    @Marco: Ja, beleidsmakers en ‘profs’ lijken over het algemeen angst te hebben voor het verdwijnen van hun vaste criteria. Hun wereld wordt in stand gehouden door opleidingen, prijzen, opdrachten, de goede smaak, et cetera. Deze zogenaamde kwaliteitscriteria worden nu ondermijnd door het feit, dat iedereen de mogelijkheid tot publiceren heeft. Een veel gehoord argument van beleidsmakers en ‘profs’ is dan ook, dat er tussen de producten van ‘amateurs’ zo veel rotzooi zit. Dat is ontegenzeggelijk waar, maar dat kan geen argument zijn om de kunstmatige muur tussen ‘amateurs’ en ‘profs’ in stand te houden. Er worden door ‘amateurs’ juist ook hele creatieve, originele en bijzondere muziek, videos, films, teksten, et cetera gemaakt. Het aantal makers is groter geworden. Maar ook het aantal toeschouwers met een mening én een bepaalde betrokkenheid. Het is dus uitermate interessant om te zien, of en hoe de oude criteria in de komende tijd plaats zullen maken voor andere beoordelingsnormen. Vast blijven houden aan een soort godgegeven scheiding tussen ‘pro’ en ‘amateurs’ is in ieder geval niet conform de huidige werkelijkheid.

  11. Marco Raaphorst avatar

    @Marcel Boeré
    Dat geldverdienen op basis van muziek heeft natuurlijk de historie dat de componist niet gepromoot werd en dus compensatie verdiende. Later is daar de SENA bijgekomen maar inderdaad volgens een nogal kromme regel, want het is dubbele promotie inderdaad.

    @Maurice
    Ook professionals maken rotzooi. Als ik kijk wat de muziekindustrie uitbrengt dan zit daar een hoop rommel tussen. Geen ziel alleen een boel poen voor marketing. Op zeker dat de grenzen vervagen. En dat is goed. Verandering!

  12. Erwin Angad-Gaur avatar

    Lidmaatschap van Buma en of Stemra is niet gratis; het heeft dus pas zin lid van hen te zijn als je werkelijk gedraaid wordt, veel met eigen werk optreedt of als anderen je werk uitbrengen op bijvoorbeeld Cd. Die bijdrage is ooit bewust geintroduceerd om onnodige administratie (en dus kosten) te voorkomen. Uiteraard zijn mede daardoor niet alle (pop)musici aangesloten bij B/S (ook al omdat niet alle musici componeren of teksten schrijven). Van diegenen wiens werk in de horeca en op radio of tv gedraaid wordt is uiteraard het overgrote deel wel aangesloten.
    Een beetje kort door de bocht dus dit bericht…

  13. Marco Raaphorst avatar

    @Erwin
    Mijn bedoeling was om aan te geven dat het gros van de musici niet aangesloten is bij de BUMA. Ik ben zelf ook geen lid. De BUMA verdient over mijn rug geld omdat mijn muziek op radio en tv te horen is. Maar dat neem ik voor lief. Het beeld wat de BUMA schetst is naar mijn idee dus kort door de bocht.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.