Natuurlijk, er zijn fans die jouw plectrum van de grond vissen net nadat jij hem rechtstreeks vanuit je mondhoek naar de rand van het podium gebonjourd hebt. Leuk natuurlijk, vooral als verhaal. Bijvoorbeeld hier op mijn blog. Maar verder? Nee, verder niets. Je kunt er niets mee. Althans ik.
Doe mij maar gewoon mensen die mijn muziek mooi vinden. Die dat aan anderen doorvertellen, doormailen, doortwitteren, etc. Of die hier op mijn weblog een positieve reactie achterlaten. Negatieve kritiek kan soms nuttig zijn. Maar toch maak ik de muziek die ik wil maken. En ik laat mij niet afleiden.
Internet maakt dat een heel stuk eenvoudiger. Ik heb mijn publiek gevonden, en omgekeerd. Een publiek dat groeiende is. Interessante mensen. Zelfs vrienden zo hier en daar.
Natuurlijk ken ik het verhaal van de Amerikaanse band Wilco. Ze maakten Yankee Hotel Foxtrot en werden door hun label op straat gegooid. De doorbraak plaat voor Wilco, zo bleek later. Het label wilde iets anders. Liever iets meer zo-en-zo. Maar Wilco hield de rug stijf. En konden weer de straat op, opzoek naar een nieuw label. Ze zijn geen uitzondering. Want een band krijgt vrijwel nooit creatieve vrijheid. Een band is Het Product van het label. Een investering. Een lening bij een bank.
Britney Spears is gemaakt van klei. Een Maakbaar Product. Als haar tieten gaan zakken, vergoed het label gewoon ff wat implantaten en klaar is Kees Spears.
Maar goeds, dat wil je toch helemaal niet? Althans, ik niet!
Beter dan via Seth kan ik een lang verhaal niet korter maken:
You should listen to the people who tell the most people about you. Listen to the people who thrive on sharing your good works with others. If you delight these people, you grow.
(bron)
(CC BY foto: notsogoodphotography)
Geef een reactie