Iemand uit de zaal stelde een vraag: “welke software instrumenten gebruik jij?”. Ik antwoordde dat het mij niet zozeer gaat om vet klinkende synths of zo. Dat ik vooral Reason gebruik. En dat ik sowieso hou van een oud geluid. Noem het lofi. “De uitdaging is om het niet als computermuziek te laten klinken”.
Later dacht ik erover na.
Muziek die je op de computer maakt is andere muziek dan die een live band produceert. Je kunt het proberen na te bootsen, maar het zal toch altijd anders blijven klinken. In je eentje werken resulteert in andere muziek dan muziek die je als team produceert.
En eigenlijk laat ik soms de computer juist wel als computer klinken. Gewoon daarom. Vooral in combinatie met losjes gespeelde partijen of echte basjes en gitaartjes en wat echte percussie erbij werkt het prettig. Het contrast dus.
Zo’n statisch repeterend loopje in combinatie met live ingespeelde partijen. Of een lekker los ingespeeld nummer met hier en daar een duidelijk hoorbare bijna kinderlijk lullig klinkende sample. Dat werkt soms goed. Maakt het minder perfect, losser, kinderlijker, menselijker.
Want het draait tenslotte allemaal om het contrast. Of noem het dynamiek.
Foto (CC) Marco Raaphorst
Geef een reactie