Duchamp bedroog de boel?

In de documentaire De Confrontatie – twee jaar aan de ateliers zien we hoe Ditteke Mensink twee jaar lang toptalenten aan de postacademische opleiding De Ateliers volgt. Het is een ereplek waar jonge beeldend kunstenaars in eigen ateliers kunnen werken onder begeleiding van gerenommeerde kunstenaars en kunstcritici. Om daarvoor in aanmerking te komen word je als aankomend kunstenaar flink onder de loep genomen en getoetst. Slechts enkelen komen daarvoor in aanmerking.

De documentaire laat op pijnlijke manier zien hoe moeilijk het is om iemands kwaliteiten in te schatten en antwoord te geven op de vraag “is het kunst?” We zien jonge mensen die zich steevast afvragen of wat ze maken wel kunst is evenals de kunstenaars en kunstcritici die hen ondersteunen. Het merendeel haakt tussentijds af en wil niet langer meewerken aan de documentaire. Het is te confronterend en te persoonlijk. Niet zozeer het feit dat je ze bezig ziet terwijl ze dingen maken, maar het is die vraag “is het kunst?” die deze jonge mensen zichtbaar tart. Als twijfelaar willen ze niet in beeld worden gebracht. De jonge mensen willen kunstenaars zijn.

De documentaire begint met een introductie over hoe Marcel Duchamp als grote moderne kunstenaar heeft laten zien dat alles kan en mag in de kunst. Zijn urinoir geplaatst in een andere omgeving (lees: een museum) werd plotsklaps als kunst beschouwd.

In de documentaire zet iemand in navolging van Duchamp twee deurdrangers tegen de muur. Het is wat het is, twee deurdrangers. Maar is het kunst?

Een dag of wat terug meldde het NRC:

Een eeuw lang is gedacht dat Richard Mutt, de naam op het beroemde urinoir, een pseudoniem was van Marcel Duchamp. Aan die lezing wordt nu door diverse wetenschappers getwijfeld. De ware maker, zeggen zij, is barones Elsa von Freytag-Loringhoven.

Je kunt over dat urinoir nog altijd een discussie hebben of het kunst is.

Kunst moet geen nut hebben, vinden vele kunstenaars. Bekend of onbekend, het doet er ook niet toe.

Grote kans dat als het urinoir inderdaad het werk van Elsa von Freytag-Loringhoven blijkt te zijn dat dit werk dan zijn glans zal verliezen. De kunstwereld heeft zich dan een eeuw lang laten bedriegen en de naam Duchamp ten onrechte overal op een voetstuk geplaatst. Het kunstwerk heeft hierdoor dan imagoschade opgelopen. Toch is er aan dat urinoir niets veranderd. Het is wat het is. En het blijft wat het is, een urinoir.

Is het belangrijk dat we weten welke kunstenaar het werk gemaakt heeft? Als kunst slechts is wat het is waarom schenken we dan zoveel aandacht aan de kunstenaars?

Voor kunst gelden de woorden mooi of nut niet. Maar wat is het dan wel?

En wat nu als een werk niet beschouwd wordt als kunst maar wel enorm nuttig blijkt te zijn? Neem bijvoorbeeld dat urinoir. Je moet er toch niet aan denken dat de ontwerper van het urinoir het ooit als kunst zou hebben beschouwd? Dan was een urinoir dus een soort kunstwerk waar je in ging staan pissen?

Als ik een stukje van The Beatles sample dan krijg ik een proces aan mijn broek. Dat noemen ze copyright infringement. Het is niet toegestaan om een stukje muziek zomaar in een andere omgeving te plaatsen. Waarom geldt dat voor de beeldende kunst wel en wordt het ook nog eens uitgeroepen als kunst?


Ontvang mijn blogposts per e-mail

Je kunt de frequentie hiervan zelf instellen.


Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.