Vroeger had ik best vaak de neiging om dat wat ik mooi vond na te gaan doen. Toch haatte ik dat omdat ik daardoor heel grillig alle kanten uitvloog. Met terugwerkende kracht kan ik daar best iets milder op terugkijken. Het komt voort uit onzekerheid en het was simpelweg een leerproces waar ik doorheen moest. Eerst moet je heel veel fouten maken voordat je iets kunt leren.
Hoe ouder ik word hoe meer afstand ik krijg tot de dingen die me raken. Ik kan enorm geniet van dingen, van muziek bijvoorbeeld, die in niets lijkt op hoe ik het benader. Het is dan wat het is en misschien mede daardoor kan ik er zo heerlijk van genieten. Zelf had ik het anders gedaan. Maar mijn handen jeuken nu minder dan vroeger om het ook zo te gaan doen. Ik laat het bij wat het is.
Een beetje zoals naar een restaurant gaan en verschrikkelijk lekker gegeten hebben maar dat dan niet in je eigen keuken na willen gaan doen. Het is te gek om ook dat te leren natuurlijk maar het is evenzo te gek om te kunnen genieten van dingen zoals ze zijn.
Het komt voort uit een soort bewijsdrang die in mij leeft. En een analytische aard die in mij leeft. Maar ik hoef niet alles te kunnen, juist niet. En ik hoef niet alles te doorgronden. Door afstand te houden tot iets blijft het wat het is: het is niet van mij, het is van die ander.
Ik wil gewoon kunnen genieten van wat anderen maken en wat ik samen met anderen kan maken. En dat kan ik nu doen met meer rust en met meer afstand. Waardoor het genieten alleen maar dieper gaat.
Geef een reactie