Het maakproces is wel een ding. Tegenwoordig moet je daar een verkleinwoord voor gebruiken, een dingetje, maar daar heb ik zo’n afschuwelijk hekel aan. Net als dat colaatje, koffietje, melkie gewauwel. Komt door de babywoorden van social media zoals Twitter, Flickr, TikTok, YouTube. Maar goeds, ik dwaal af.
Dat maakproces is een soort spelen (en niet: een soort van). Je doet het spelenderwijs. Daarom zijn kinderen ook zo verschrikkelijk creatief, tekenen ze met volle overtuiging een paarse boom of een krokodil die groter is dan een berg. Het gaat hun niet om het einddoel maar om het maakproces. Of die tekening gelukt is, is een gedachte die niet eens in hun opkomt. Papa en mama hangen de tekeningen aan de muur maar die kids zijn alweer verder met nieuwe tekeningen creëeren. Hoppa, weer een tekening af. Baf, nog een. Papa en mama komen muren te kort om ze allemaal te etaleren.
Het boeit die kids vaak helemaal niet of je die tekening aan de muur hangt of niet. Die laten hun meesterwerken gewoon rondslingeren. Of gooien ‘m in de prullenbak. Genoeg gespeeld, klaar.
Het zijn de volwassenen die er een hele showcase van maken en zich opstellen als een museumdirecteur door de kleine kunstenaar aan te spreken met: “Zeg, een blauwe aardbei dat bestaat toch niet?”
WTF! Tekenen is zo leuk omdat je dingen kunt tekenen die niet bestaan! Waarom zou je de werkelijkheid precies na willen tekenen? Dan kun je maar beter een foto maken.
Oh de volwassenen willen iets bewijzen? Die willen laten zien hoe goed ze zijn. “Kijk, net een foto.” *gaap* En kinderen worden er ook mee opgejut, zo van: “Als je nou een extra been had getekend dan had ‘ie meer op een echt paard geleken.”
Denk je dat een kind wakker gaat liggen van een paard met 3 benen?
…
Spelen, dat is wat de kunstenaar doet. Hou dus op met moeilijke vragen te stellen.
Geef een reactie