In de zomer editie van Stream Magazine valt een aardig stuk over funkateer Sly Stone te lezen. Dit naar aanleiding van de Haagse tweelingbroers Arno en Edwin Konings die aan een biografie over het leven van Sly werken. Interessant en niet alleen omdat de schrijvers net als ik uit Den Haag komen. Over Sly valt natuurlijk veel te vertellen. Ik hoop alleen wel dat het boek niet een groot Sly-hangt-zijn-neus-in-de-cocaïne verhaal wordt. Stream vertikt het om zijn muziek goed te omschrijven. Vandaar mijn stukje, ter aanvulling.
Luister eens naar de track hierboven. Dit noemen we de funk. Misschien wel bekend van James Brown. Maar daar waar James Brown in hoog tempo met veel gegil de funk op ons afvuurt, zoekt Sly het in het klein. Je hoort de essentie. Dichtbij de blues, gortdroge funk, met een vies orgeltje gorgelend op de achtergrond. Wat violen erbij, een bassist die net als James Jamerson van Motown hier en daar een zijweg inslaat en blazers en een gitaartje die om elkaar heendraaien. Ik denk dat sommige mensen hier heel kriebelig van worden. Het hele nummer lijkt maar niet echt op gang te komen, terwijl dit toch echt het geval is. Trek hem vanaf dit nummer maar door naar Prince. Zonder Sly geen Prince.
Helaas wordt de funk tegenwoordig niet meer zo gespeeld. Zo losjes als bij Sly. Tegenwoordig zet een funkdrummer een megastrakke beat in (veel te strak!) en houdt dat een minuutje of 5 vol. Maar bij Sly hoor je dat heerlijke ietwat muffige geluid van die slepende drums. Een lekker geluid. En ik hoor ziel. Karakter. Ballen. Peper. Sex.
Ja, zonder Sly geen mij. Helaas zullen we van Sly niet veel meer horen want die heeft zijn hoofd er half afgesnoven… triest!
Geef een reactie