Vanuit de trein zag ik een rijtje knotwilgen. Ik telde er vijf. Als een soort spijkers waren ze in het weiland geslagen. Maar de man met de hamer had dat niet met de grootste zorgvuldigheid gedaan. De ene boom was kleiner dan de andere en de bomen stonden ook nog eens schots en scheef naast elkaar.
Waarom zag ik geen vijf identieke bomen? En waarom is kaarsrecht in bomenland niet de norm?
Tja, ik hoor het je zeggen: zo is de natuur. Maar als mens streven we die perfectie vaak wel na. De Computer is onze kameraad als we een perfect symmetrische cirkel willen tekenen, 64 maten lang hetzelfde baslijntje in onze oren willen pompen en nooit en te nimmer meer vals willen zingen via de auto-tune, elke noot hetzelfde…
Een foto met vijf perfecte knotwilgen, dat ziet er niet uit. Ze zouden mij ook niet zijn opgevallen. Als de knotwilgen alle vijf hetzelfde waren geweest dan had ik ze niet ervoeren als een groep maar als een meervoud van één en dezelfde boom. Als meer van hetzelfde dus.
Als de computer mij iets heeft geleerd dan is het wel dat perfectie verschrikkelijk saai is.
Geef een reactie