Popmuziek draait om populariteit. Heb ik moeite mee. Veel muziek die ik mooi vind is niet populair. En zoals populariteit vroeger op school draait het dan vaak meer om uiterlijkheden of andere randverschijnselen, dan om de muziek zelf.
De ratrace waar popmuziek zich in bevindt met al die waardeloze top-zoveel lijstjes verafschuw ik. Ook het waarderen van muziek middels sterren als een schools rapportcijfer slaat naar mijn idee werkelijk nergens op.
Muziek draait om kwaliteit. Niet om kwantiteit.
Het wereldje om de popmuziek heen is een behoorlijk cynisch. Vroeger werd het als stoer beschouwd dat Keith Richards aan de heroine zat. Die valse romantiek heeft vele doden tot gevolg gehad. Gelukkig staat mentale gezondheid nu wat meer op de agenda. Toch lees ik nog altijd te vaak stukken waarin het valse romantische beeld van de kunstenaar als gekkie in stand wordt gehouden.
Ach, arme Vincent van Gogh denk ik dan. Zonder zijn bedoeling is de simplistische kunstwereld het kunstenaarschap en gekte als goed huwelijk gaan zien.
Ga je lekker met je mentale gezondheid?
Ik hou van muzikanten die die valse romantisch stoerheid niet nodig heb. Die er doodnormaal uitzien. En geen imago nodig hebben om zich achter te verschuilen.
Het cynisme van de popwereld zie je ook terug bij de verering van artiesten. Een tijdelijke verering. Want men laat de helden net zo snel weer vallen als dat men ze op een voetstuk heeft gehesen.
Ik hou van muziek met blijvende waarde. Niet van dat oppervlakkige geneuzel waarin de ene week de ene artiest hot is en de andere week de keus weer op een ander valt (lees: gepromoot door de platenmaatschappij).
Er zijn hele goede muziekjournalisten maar het popwereldje grossiert ook in meuk. Menig muziekjournalist schrijft slechts over randverschijnselen en is niet in staat om een grondige analyse van de muziek neer te pennen. Randverschijnselen zoals populariteit en imago. Veel popjournalisten hebben geen kennis van muziek, weten niets te vertellen over melodievoering, harmonie en klankkleur. Terwijl het muziek nu juist daarom te doen is.
Muziek moet geanalyseerd worden. Niet door de magie er vanaf te halen maar door ervan te kunnen leren. Daarom zijn er muziekscholen (flink wegbezuinigd – zeg maar gerust: een kaalslag – door rechtste politiek) en conservatoria. Elke muzikant analyseert de muziek van anderen. En elke muzikant is het resultaat van haar voorgangers en de tijdgeest waarin zij leeft.
Muziek is niet een kwestie van ff iets moois maken. Muziek is een studie naar schoonheid. Je telkens afvragen wat je mooi vindt en wat niet. Het ontwikkelen van smaak. En hoe je zoiets zelf tot stand kunt brengen. Daar is heel veel kennis van muziek voor nodig. Je moet kundigheid ontwikkelen op je instrument. Je zult kennis moeten opdoen op het vlak van het arrangeren van muziek. Veel moeten leren over de techniek die erbij komt kijken, want muziekmaken is een technisch vak, tenminste als je zelf muziek wilt opnemen. Wat vrijwel iedereen doet tegenwoordig. Doe het dus lekker allemaal zelf joh! En je zult je moeten blijven ontwikkelen zolang je muziek maakt. Zoiets stopt nooit.
Muziek maakte me ooit, toen ik heel klein was, nieuwsgierig. Zou ik zoiets ook kunnen maken? Het was een vlam die zich in mij ontstak. Er zit niets anders op. Ik moet dit doen.
(omslagfoto werd gemaakt door Jelmer de Haas tijdens repetitie VPRO On Stage)
Geef een reactie