Brian Wilson zit met de editor van Rolling Stone Magazine, Jason Fine, in de auto. Ze staan voor een stoplicht. Brian vraagt of het ok is om It’s O.K. van de Beach Boys te draaien. “Okay, you got it!”, antwoordt Jason en het nummer schalt vervolgens uit de boxen. Brian zingt mee.
Fun is in, it’s no sin, it’s that time again
To shed your load, hit the road on the run again
Summer skies in our eyes and a warmer sun
It’s one for all, all for one, all for all out fun
Het is een fragment uit de documentaire Long Promised Road. En het ontroert me want It’s O.K. is een lied dat we hier in Nederland lichte muziek noemen. Een aanduiding voor alles dat geen klassieke muziek is. Een elitaire term dus. Wijlen Serge Gainsbourg had het ook altijd gekscherend over zijn l’art mineur.
Brian heeft muziek nodig om hem uit het zwarte dal te halen waar hij soms plotseling in kan vallen. De positieve noten, het meezing-refrein, zorgen dan voor een gigantische mood wing richting het positieve. Zet It’s O.K. op en Brian voelt zich dus voor even weer helemaal veilig.
Dat brein vol demonen, angsten, zenuwinzinkingen en depressies heeft tegelijkertijd goddelijke muziek zoals God Only Knows voorgebracht.
Jason Fine vertelt in de documentaire over een gesprek in 1997 bij Brian thuis. Tijdens het gesprek staat Brian plotseling op, roept “I gotta go!” en loop de kamer uit. Jason vraagt zich af of Brian nog terugkomt of niet. Hij besluit hem te gaan zoeken, vindt hem in de keuken en vraagt hem wat er aan de hand is. “I got a little scared”, antwoord Brian, “sometimes things just scare me.” “Like what?”, vraagt Jason. “Like What A Fool Believes, you know that song by the The Doobie Brothers? Scares the hell out of me!”
Tja, die lichte muziek…
Geef een reactie