Jonathan Goldstein weet op het moment dat hij zijn manifest schrijft nog niet dat hij 20 jaar later door Spotify aan de kant zal worden gezet. Niet vanwege grensoverschrijdend gedrag. Niet vanwege een gebrek aan succes. Niet vanwege de kwaliteit. Maar gewoon omdat Spotify geen hol begrijpt van podcasting.
I was going to start off by asking this: “Where does the person on the radio exist?” Then I was going to answer myself with this: “The person on the radio exists nowhere. He is already dead.” Next I was going to add: “The person on the radio has nothing to lose or gain in telling you the truth. When he enters the studio, he is entering the tomb. He encrypts himself, drinks from the water cup to cleanse his throat, and then steps to the mike as though presenting himself before the throne of God.” And finally: “The voices on the radio come to you as souls free of the body and, because of this, they are already closer to Heaven.”
Then I thought, but what the hell do I know.
Ik hoor het u denken, ‘radio?’ Welnu, Jonathan schreef dit manifest op 26 februari 2003, een jaar voor Ben Hammersley in zijn beroemde stuk voor The Guardian een term verzint voor het, inmiddels welbekende, maar dan nog naamloze fenomeen.
But what to call it? Audioblogging? Podcasting? GuerillaMedia?
Wie de gave beheerst om in zijn hersenpan telkens het woordje radio te vervangen door podcasting zal het denk ik met mij eens zijn dat de analyses die Jonathan 20 jaar geleden neerpende nog altijd kloppen.
Producing a radio story podcast is like writing a book, reading it to an audience and conducting a symphony all at the same time.
By this I mean to say that radio podcasting is for control freaks.
Ik herken mezelf in zijn woorden.
Geef een reactie