Op YouTube stuit je soms bij toeval een knakker, een knakkerin, of een knakkerhen, die je leven een twist weet te geven. Ik geef u een naam: Clint Strong. Een voor mij totaal onbekende gitarist tot een paar dagen terug. De man heeft mega jazz chops op zak.
Hier een geinig voorbeeld waarin hij met zijn geweldige beboplicks de country kruisbestuift.
Ook een prachtig voorbeeld is zijn solo op het nummer Living in the Promiseland van Willie Nelson:
In een latere video ziet hij er niet helemaal fris meer uit. Toch blijft zijn spel van het hoogste intergalactische niveau denkbaar.
Die video ontroert me ook omdat het wars is van de opsmuk en onechtheid die je vandaag de dag teveel ziet. Ik geef er geen ene rotmoer om hoe je eruit ziet, hoe oud je bent of hoe je erbij zit, het gaat mij om de muziek en niets anders.
De wereld grossiert in onechtheid maar dit is zo echt als het maar zijn kan.
Zodoende zit ik nu al een paar dagen de duivelse licks van Strong op de helft van zijn snelheid na te spelen. Elke dag gaat dat langzaamaan iets vlotter. En daar komt geen AI (over onechtheid gesproken!) maar muzikale muscle memory aan te pas. Ik pis op foefjes en wil het allemaal uit mijzelf halen.
Als ik wat met mijn vingers ga fietsen op de gitaar dan riekt dat meestal naar jazz. Ik hou van de swing en van het feit dat je het brede palet van alle twaalf noten kunt inzetten om je eigen breintje in lichterlaaie te zetten. Daarbij mag de blues nooit ver weg zijn. Ook al speel je Heppie de Peppie in majeur. The Beatles hadden dat trouwens langgeleden ook al door. En Clint Strong zo niet minder.
Geef een reactie