Ooit ontmoette ik op een feestje een fotograaf. Toen ze vertelde over hoe ze fotografeerde legde ze een hand op haar borst en trok een serieus gezicht. “Dat zijn niet zomaar foto’s, ik stop er echt mijn ziel in!”
Ze waren niet onaardig. Er zaten een paar goeie foto’s tussen. De mevrouw geloofde niet in Flickr waar iedereen zomaar bij kon komen. De foto’s waren te intiem voor haar. Slechts een paar foto’s, ik schat een stuk of 12, waren op een afgesloten Facebook-profiel te zien.
Het voelt raar zo’n houding. Waarom zou je het niet willen laten zien aan iedereen? En waarom zou je je zo inhouden? Ik bedoel, 12 foto’s, wat is dat nou?
Natuurlijk snap ik het wel. Het heeft iets te maken met het woordje kwaliteit en een soort van schaamte voor iets dat minder dan geweldig zou zijn.
Ik ken mensen die hun Flickr-stream niet willen vervuilen met de foto’s die ze met hun mobiel maken. Stel je voor dat de echte kenners dat zien! Ze schamen zich ervoor.
Stel je maakt per dag een stuk of wat foto’s, dan knal je dat er toch op? Natuurlijk gooi je de slechte foto’s weg, maar waarom zet je de rest niet online? Hetzelfde geldt voor blogs. Alles wat je wilt delen met de wereld kun je delen, daarom heb je toch een blog genomen? Dus waarom zou je jezelf beperken, je inhouden? Denk je dat het publiek dat niet goed vindt?
Als ik iets geleerd heb de afgelopen weken, dan is het wel het feit dat bij alles wat ik maak er een publiek is. Mensen die het lezen, die het beluisteren. En sommigen raken ontroert, die horen of lezen de emotie die erin zit, misschien mijn emotie of de emotie die ik wil overbrengen. Dat laat zich niet inhouden. Want zonder emotie is het helemaal niets. Slechts techniek. Woorden op een scherm. Een paar gekleurde pixels. Een trommelvlies dat klappert.
Geef een reactie