Elke zaterdagavond een letter uit mijn muzikale ABC.
De Q.
Een vorige poging, zoals je hieronder nog kunt lezen, mislukte volledig. Heb je weleens. Zelfs ik. Dat terzijde.
De Q is (natuurlijk!) van de Haagse band Q65 maar vooral ook van het Quantiseren.
Quantiseren is een functie in hardware en software apparatuur voor muziekcreatie die de timing van noten (op welk moment in de maat ze klinken) kan aanpassen waardoor de muziek strak in een ritme gespeeld klinkt. Door te Quantiseren klinkt iedereen goed, zelfs musici die met hun vingers over het toetsenbord struikelen. Niemand speelt meer een noot te traag of te snel, het Quantiseren past de boel aan.
Dat heeft zijn voor- en nadelen. Het grootste nadeel is de combinatie van niet kunnen spelen met een niet muzikaal gehoor. Da’s dodelijk. Je krijgt dan muziek die klinkt als een computer. Zonder gevoel, zonder dynamiek, saai. Want let wel: goeie muziek heeft het juist NIET nodig dat alle noten precies mooi op de tel in de maat vallen. Door soms wat noten te vroeg of te laat te spelen ontstaat er een mooie spanning. Net zoals er spanning ontstaat wanneer de ene noot iets harder dan de ander klinkt.
De meeste mensen gaan er vanuit dat met name in HipHop en Dance muziek het Quantiseren veel gebruikt wordt. Dat is ook zo, maar in popmuziek wordt het net zo vaak toegepast en ja, ook bij The Rolling Stones. Echter, in HipHop en Dance is de timing niet altijd strak. Misschien toevallig ontstaan vanwege het blind vertrouwen op de techniek. Het is een misvatting te denken dat een apparaat accurate timing genereert.
Neem bijvoorbeeld de Oberheim DMX een drumcomputer die zijn stempel heeft gedrukt op muziek. Denk aan:
- Walk This Way – Aerosmith & Run DMC
- Blue Monday – New Order
- The Message – Grandmaster Flash
Het ding swingde lekker. Waarom? Tja, de hihats werden een paar milliseconden eerder afgespeeld dan de rest van de klanken, wat zorgde voor een pushy-karakter. De hele klok van het apparaat was nogal onstabiel, dus het tempo en timing gingen lekker dynamisch en willekeurig op en neer. Totaal niet rete strak, maar vol karakter.
In de loop der jaren, met name in software, is het Quantiseren steeds muzikaler geworden. Zo kun je tegenwoordig gebruik maken van groove-quantisering die vaak op de timing van echte drummers gebaseerd is. Deze methodes houden veel meer rekening met spanningsbogen in de dynamiek, waardoor een meer organisch geheel ontstaat.
Toch zijn er muzikale antwoorden gekomen op de te strakke muziek. Zo gingen artiesten als J Dilla juist experimenteren met een hele lome timing. En bands als The White Stripes begonnen zonder enige referentie met een strakke maatverdeling hun platen op te nemen. Want daar waar de computer in staat blijkt om alle fouten weg te poetsen, blijkt er toch vaak iets meer weggenomen te worden dan fouten alleen. Vaak blijkt wat er van over blijft muzikaal minder interessant. Iets dat eenvoudig te verklaren valt: muziek is een kwestie van muzikale fouten oplossen. Dat wat je dynamiek noemt. Spanning op- en afbouw. Je ziet het in een voetbalwedstrijd ook terug. Dat geheel van spanning. Zonder dat, geen boeiende wedstrijd en geen muziek.
Schiet mij maar lek.
Als je hem draait dan kun je in de Q misschien een soortemet gespiegelde muzieknoot zien. Of een langspeelplaat met de arm van een platenspeler er overheen. Verders zou ik het niet weten. De Q is geen muzikale letter.
Misschien ben ik niet geïnspireerd. Zou ook kunnen want ik heb zojuist iets te zwaar zitten tafelen met de familie.
Geef een reactie