Vroeger was de synthesizer een grote doos met knoppen en snoeren. Een heel fysiek apparaat. Om er geluid uit te halen was je wel ff bezig. Jaren later werd in de synthesizers geheugen ingebouwd. De geluiden konden erin opgeslagen worden zodat je ze met 1 druk op de knop het geluid er weer uit kon halen.
En in de loop der jaren kwamen er synths op de markt met hele collecties voorgeprogrammeerde presets. Dat heb ik zelf in opdracht van de Zweedse firma Propellerhead ook gedaan. Zo worden honderden van ‘mijn’ geluiden meegeleverd met het pakket Reason. Mijn bassen, solo-geluiden, wijds klinkende pads, you name it!
Eenzelfde soort ontwikkeling hebben we met de samplers gezien. Met de uitvinding van de sampler werd het mogelijk om de noten van een viool of van een drumstel op te slaan in digitaal geheugen. In plaats van een viool te stemmen er een microfoon bij te plaatsen en dit op te nemen, kon je gewoon wat toetsen indrukken voor hetzelfde resultaat. Jaren oefenen hoef je er niet voor over te hebben. Kind kan de was doen.
‘violen uit het doosje’
Als je heden ten dage een stuk software koopt zitten er honderden zo niet duizenden geluiden bij. Allemaal presets. Simpel op te roepen en qua klank altijd goed. Niet spannend, totaal niet spannend, maar niets mis mee. Bruikbaar.
Maar waarom zou je de geluiden van een ander gebruiken terwijl het veel beter is om je eigen geluiden te maken? Met de hedendaagse techniek kun je van het geluid van een tik tegen een bloemenvaas van alles en nog wat maken. En de software is niet voor niets voorzien van al die mogelijkheden. Sterker nog, je betaalt juist voor al die mogelijkheden!
Het minimaliseren is tegenwoordig in. Mensen die er bewust voor kiezen om minder spullen te bezitten. Alleen voor het noodzakelijke willen kiezen. Ook voor musici is dat effectief. Het mag als bekend verondersteld worden dat de mens creatiever wordt door beperkingen. Ik zeg: delete al die geluidsbibliotheken en maak je eigen geluiden. Da’s creatiever, leerzamer en gewoon leuker.
Geef een reactie