De wereld verandert. Wij veranderen, de natuur verandert, de dieren veranderen. En alles heeft een einde.
Maar het digitale tijdperk verandert de zaak. Bij digitaal is het verschil tussen het origineel en de kopie niet te onderscheiden. Ze zijn gelijk, 100% gelijk, bit voor bit gelijk. Er is geen origineel en er is geen kopie. Digitaal laat zich uitstekend kopiëren. Nee beter nog: digitaliseren betekent kopiëren.
Toch ziet het er niet allemaal zo rooskleurig uit. Sommige bestanden kun je alleen bekijken of beluisteren met de juiste software. Personen die deze software niet bezitten, kunnen er niets mee. En wanneer een fabrikant stopt met het doorontwikkelen van het software pakket dan kunnen de gebruikers de bestanden ineens niet meer ‘lezen’.
Het dat gaat in de toekomst zeker een probleem worden voor veel musici en geluidsstudio’s: muziek die opgenomen werd met een oude software applicatie die niet langer ondersteund wordt. De bronbestanden zijn onleesbaar geworden.
De Zweedse firma Propellerhead waar ik als sounddesigner voor werk had een heel succesvol pakket in huis: ReBirth. In 2005 besloot de firma dit pakket niet langer te ondersteunen. Ze gaf de laatste versie van dit pakket gratis weg en richtte een speciale website op voor de zelfgekozen dood van deze software: The ReBirth Museum. Wat ze niet deden is de software open source maken zodat de software doorontwikkeld kon worden. Als ze dat hadden gedaan dan hadden we nu misschien een versie die werkt op de Intel Mac, eentje die onder Linux werkt of noem maar op. Propellerhead zou zo’n open source project wereldwijd kunnen begeleiden. En daar is zelfs nog geld mee te verdienen ook. Zo kwam IBM uit de verliescijfers op het moment dat zij begonnen samen te werken met open source netwerken aan open source producten. IBM werd opgenomen in de open source community en ging weer winst maken.
Het is een kwestie van tijd, daar bestaat bij mij geen twijfel over. De behoefte aan open source neemt langzaamaan toe. Dat heeft Firefox natuurlijk bewezen. Maar het beste open source voorbeeld is misschien nog wel Apache webserver. Microsoft is stikke jaloers op de populariteit van deze webserver, want met haar eigen serverpakket is het niet gelukt om een beetje in de buurt te komen van Apache. Apache is beter, gratis, open source en wordt veel meer gebruikt. Vrijwel elke website draait op Apache. Zonder Apache geen internet zoals het nu is.
En wat te denken van TCP/IP? Dit open source protocol is de basis van internet. Zonder TCP/IP zouden we geen internet hebben. De basis van internet is open source, punt.
De meeste muziek software is enorm beveiligd. Ook al koop je het pakket dan nog moet je je autoriseren middels de installatie DVD’s, via een UBS dongle of via een challenge/response systeem online. Ik heb het gevoel dat ze daarmee dezelfde fout maken als wat de muziekindustrie om zeep heeft geholpen: wantrouwen in eigen publiek.
Een software bedrijf verkoopt naar mijn idee een licentie en support. Daar wil ik mijn geld voor geven. En dat kan in de basis ook prima onder een open source licentie. Een kwestie van doen, al begrijp ik dat dat voor deze bedrijven een enorme omslag betekent in de bedrijfsvoering. Maar zo niet, dan ben ik bang dat er ooit een dag komt dat ik Reason niet meer zal kunnen gebruiken. Dat ik niet meer bij die bronbestanden kan komen, niets meer kan wijzigen, geen nieuwe mix kan maken, nee niets. Reason is dan dood. Een zelfgekozen dood die voorkomen had kunnen worden.
Geef een reactie