Als je met audio werkt zoals ik dan werk je met samplefrequenties. Zo is 44.1 kHz de norm voor CD/audio en 48 kHz over het algemeen (met name voor DVD) de norm voor video. Ook wordt er vaak gebruik gemaakt van nog hogere samplefrequenties zoals 96 kHz. En als je met digitale filters en synthese werkt dan hebben die samplefrequenties daar direct invloed op, waardoor het geluid dus verschillend klinkt wanneer iets via bv 44.1 kHz of 96 kHz afgespeeld of gerenderd wordt. Minieme verschillen die menig professioneel luisteraar zelfs niet hoort. Vreemd, want ik hoor die verschillen wel. Niet om stoer te doen maar ook vandaag was dat weer een gewaarwording. Een paar van mijn collega’s hoorde geen verschil via hele dure spullen. En ik hoorde zelfs via mijn laptop speakers van mijn MacBook Pro de verschillen direct. Zelfs via de Finder van OSX zonder de files perfect A/B te vergelijken.
Deze minieme verschillen ontstaan naast een paar andere factoren met name door afrondingsverschillen. Omdat er geen getallen achter de nul mogen ontstaan bij digitale audio. Dus ronden we af op hele waarden. En vanmiddag realiseerde ik me ineens: we Ronden het Hoekige signaal dus af. Net zoals een plaatje op je beeldscherm op hele Hoekige pixels afgeRond wordt. Een halve pixel bestaat namelijk niet. En waardoor je dus vervorming krijgt want deel bijvoorbeeld 3 pixels maar eens door 2 (wanneer je dus een plaatje voor de helft zou verkleinen), kies je dan voor 2 pixels of 1 pixel die getoond moeten worden? Kortom: dat ga je zien op het scherm. Met analoog heb je daar totaal geen last van.
Echt rond wordt het nooit met die digitale techniek. Squarewaves of pixels, iets anders kunnen we (nog) niet digitaal produceren.
Geef een reactie