Eerst dacht ik nog dat het 25 jaar geleden was, maar nee hoor: het is alweer 30 jaar geleden dat Purple Rain van Prince uitkwam. Om precies te zijn: gisteren 25 juni, 30 jaar geleden. 1984. Nu heb ik een broertje dood aan cliche’s en uitgeholde dooddoeners maar dat de tijd snel doortikt dat is een ding dat zeker is. Maar goeds met de tijd komen ook de herinneringen terug.
Purple Rain ben ik pas later gaan diggen. De schuld daarvan ligt bij het grote publiek dat mijn obscure Prince nu (lees: 1984) ineens ook in haar armen gesloten had. Het mannetje dat kort ervoor nog werd weggezet als een rare gek vanwege de netkousen en de badslip. Een ventje dat offstage een schuchter wezen bleek maar op het podium met een gitaar tussen de benen veranderde in een muzikale geilneef van 1 meter 58. En minstens zo androgyn als David Bowie. Prince grossiert graag met contrasten. Zeker in die beginjaren.
Met Purple Rain introduceert Prince ook zijn band The Revolution. Een band waarin toetseniste Lisa Coleman met haar vriendinnetje Wendy Melvoin als het zwoele duo Wendy & Lisa niet alleen voor het oog maar ook voor het oor goeie zaken weet te verrichtten. De erotiserende spanning tussen die twee blijkt nog echt te zijn ook, zo kwam ik jaren later achter. De 2 hebben namelijk 22 jaar lang met elkaar in een warm bad gelegen. Volgens de overlevering is de baas er zelf nooit tussen gaan liggen.
Ik besloot het album maar weer eens uit de kast te halen om er opnieuw het mijne van te gaan vinden. Dat leverde de volgende korte flodders op:
Let’s Go Crazy
- een synth met een trage en vals klinkende LFO klinkt terwijl de dominee van ons gekke feestje ons toespreekt met een echoende stem
- de gitaartjes klinken brutaal trashy, wat goed contrasteert met de drumcomputer en de synths
- de track zet vooral een feel-good teenybopper sfeertje neer onder het motto: we leven nu, laten we een beetje gek gaan doen
- een gave gitaarsolo als afsluiter met feedback die overgaat in sterk modulerende synths, vervolgens gooit Prince er een klassieke blues-turnaround tegenaan terwijl ons feestgangertje door “TAKE ME AWAY!” uit te schreeuwen duidelijk wil maken dat ‘ie nu echt gek geworden is
Take Me With U
- een apart intro van synthetische roffels op de toms dat in een andere toonsoort begint dan de rest van het nummer
- de strijkers spelen in een andere toonsoort waardoor het er telkens een beetje uitvalt en wat voor spanning zorgt
- opvallend dat de snaredrum een duidelijke melodische noot slaat (Prince maakt daar wel vaker gebruik van)
- de akoestische gitaar speelt telkens een riffje als antwoord op het strijkorkest
- het bruggetje met Wendy & Lisa is het meest spannende onderdeel van het lied met een mooie harmonische wending terug naar het couplet
The Beautiful Ones
- de orkestratie bestaat voornamelijk uit drumcomputer en synths
- we zitten in een mineur stemming
- het kabelt wat voort totdat Prince ineens breekt en episch “What’s it gonna be babe! Do you want him? Do you want me? ‘cause I want you!” gaat roepen
- vervolgens krijst Prince het uit: “baby, baby, baby!” en smekend: “I want you!”
Computer Blue
- tijdens het intro wordt duidelijk gemaakt: Wendy & Lisa willen weer samen in bad
- de drumcomputer slaat een simpel boom-stjak ritme en de trashy gitaren spelen simpele riffs
- halverwege het nummer laat Prince een stel leuke gitaarriffs horen en bouwt hij een symfonietjes met zijn synthesizers
- na het instrumentale symfonische stukje van een paar minuten moduleert onze geilneef terug naar de oorspronkelijke toonsoort en laat de song met een wahwah-gitaartje met flanger, psychedelisch, naadloos overgaan in de volgende track
Darling Nikki
- opnieuw een track met een opvallende orkestratie: drumgeroffel en een gitaartje dat strak onder Prince zijn zanglijnen ligt
- de gitaar met wahwah-pedaal speelt hier een daar fraaie riffs en reageert een beetje als een menselijke stem met vraag-en-antwoord spel
- het refrein beukt als heavy rock maar houdt zich voor het couplet weer telkens in (lees: zorgt voor contrast)
- in het epische eindstuk speelt de drumcomputer een soort dubbele bassdrumpartijen ala speedmetal
- op het eind gooit ons vriendje er nog wat reversed vocalen tegenaan die, als je ze de-reversed, blijken te zingen: “hello, how are you? fine, fine. ‘cause I know that the lord is coming soon”
- over god beginnen in een liedje dat over masturberen in de lobby van een hotel gaat… onze Prince vindt dat wel lollig en bovendien: we zouden toch gek gaan doen met z’n allen?
When Doves Cry
- het intro is ijzersterk met de gitaar vol in de feedback die een knipoog poogt te doen richting Eddie van Halen
- en ook dat “yeah, yeah, yeah” van Prince er overheen maakt het geheel nog gekker
- hier horen we een Prince die in zijn eentje alle instrumenten voor zijn rekening neemt (wat overigens ook voor de vorige track geldt)
- verder is het een kaal nummer door het ontbreken van de bas, maar dat geeft het geheel een eigen sound
- het arrangement is zonder meer sober, hoewel de gitaren en het symfonietje met de synth op het eind het geheel toch weer episch maken
- we zitten in een mineurstemming en Prince graaft poëtisch in zijn eigen persoonlijke leven, zo lijkt het
I Would Die 4 U
- een synth arpeggiator speelt snelle repeterende melodische lijnen die af en toe ondersteund worden met mooie akkoordenreeksen
- maar in de coupletten worden deze synth-akkoorden juist weggelaten en klinkt het geheel sober
- Prince bezingt letterlijk dat hij de nieuwe Messias voor het meiske wil zijn want hij zingt nu: “I Would Die 4 U”, of heeft ‘ie het weer over zijn liefde voor god?
- op het eind komt er een direct klinkend gitaartje bij (rechtstreeks ingeplugd op de mengtafel, kan duiden op: “jongens, ik heb een idee, snel, inpluggen en neem op, neem op!”)
- de tekst laat zich een beetje raden, bezingt Prince zijn geloof hier weer of gaat het toch over de meisjes?
Baby I’m A Star
- in dit nummer zijn de invloeden van James Brown goed te horen, ware het niet dat hier synths en drumcomputers de dienst uitmaken
- de piano speelt een lekker stel akkoorden en het party gevoel voert hier de boventoon
- en dezelfde strijkers als uit Take Me With U strijken ook hier langs
- na het laatste refrein komt James Brown weer duidelijk om de hoek kijken in elektronische variant
Purple Rain
- een overduidelijk melancholisch countrynummer waarin Prince zijn best doet om het niet teveel met twang te zingen
- een nummer van bijna 9 minuten dat een joekel van een hit werd
- de gitaar is voorzien van een waterig klinkend chorus-effect wat de boel wat gladder maakt, maar Prince kiest nu eenmaal graag voor opsmuk en is geen purist
- even later laat ‘ie ook zijn gitaarsolo met de grootste lol door modulatie-effectjes klinken
- en Prince is ook niet vies om de boel op te rekken en zwaar pathetisch aan te dikken (bombastische symfonietjes, gillen, smeken, gitaarsolo’s et cetera), tijdens Purple Rain zal bij menig concertbezoeker de aansteker dan ook de geest hebben gegeven want het epische einde gaat minutenlang door
- en ja ja ja wat mooi die strijkers op ’t end!
Tegenwoordig zitten we allemaal naar een monitor te gluren maar toendertijd in het pre-computer tijdperk was dat een heel ander verhaal. Zo zat er op de LinnDrum drumcomputer die His Royal Badness op Purple Rain gebruikte nog niet eens MIDI om het te syncen met andere synths. Da’s tegenwoordig ondenkbaar. Maar juist daarom klinkt dit album zo levendig omdat vrijwel alle partijen nog door een muzikant ingespeeld zijn. Zelfs de LinnDrum werd door Prince vaak live bespeeld in de studio.
Wie er gisteren 30 jaar na dato ook bijgehaald werd, is de originele toetsenist van The Revolution: Doctor Fink. Op Vice lees je zijn mooie reflectie op dat legendarisch album, track voor track. Kicken! En lees ook vooral nog het prachtige stuk ‘I Know Times Are Changing’ van Anil Dash op Medium.
Alleen die Paarse Regen, hoe zat dat dan?
Geef een reactie