Dit is geen guilty pleasure. Laat dat duidelijk zijn. Ik haat die uitdrukking. Dat domme gedoe van “ik schaam me er eigenlijk voor maar dit vind ik stiekum wel leuk”. Wat nu stiekum? Wat nu schaamte?
Fuck dat!
De gezuikerde popmuziek heeft mij altijd kunnen bekoren. Ik draai het naast de snerpende gitaren van Hüsker Dü of de complexe elektronische gelaagdheid van Aphex Twin. Het ene is niet beter dan het andere. Een catchy refreintje is net zo belangrijk voor mij als Ambient muziek.
Maar goeds, hier is Donna Summer met Dinner With Gershwin:
Afgezien van de liters galm is het een lekker catchy nummer. Nu zou je dat niet meer doen maar toentertijd toen de digitale galm betaalbaar werd kon men zich hoorbaar niet inhouden.
Het is een nummer dat eigenlijk op zijn kop staat. Het begint met het refrein “I wanna have dinner with Gershwin” die via een lick die wat lijkt op het bekende motiefje met de clarinet uit Rhapsody in Blue van Gershwin het couplet inschuift, om vervolgens weer terug te keren naar die goeie hook “dinner with Gershwin”.
Het geheim van goeie popmuziek, de hook. Veel klassieke liefhebbers kijken erop neer, want: teveel herhalingen. Maar mij kan dat niet rotten. De herhaling is het feestje. Als de hook goed is wil ik hem horen, op herhaling, steeds maar weer. Als een oorwurm die nooit meer weggaat.
Geef een reactie