De aflevering van Zomergasten met Pieter Waterdrinker afgelopen zondagavond heeft mij zeker geboeid. De man vertelde enthousiast en liet zeer boeiende fragmenten zien. Toch was er iets waar ik enorme jeuk van kreeg.
Pieter liet een fragment van Theo van Gogh en Boudewijn Büch aan het Wassenaarse strand zien waar beide figuren hun jeugd doorgebracht hebben. Büch sprak uit dat daar de mogelijkheden nog voor hem open lagen:
“Hier was het nog een authentiek verlangen, er kwam iets, maar als ik erop terugkijk dan denk ik: “nou van dat verlangen is niet veel terecht gekomen zeg, niets, noppes!””
Waterdrinker gaf toe dat Büch een fantastisch leven had. Hij kon reizen. Hij had succes. Hij had roem. Maar ook: “… dat is kennelijk ook niet alles.”
Waterdrinker gaat volledig mee in het relaas van Büch:
“Het is allemaal zo waar. Je hebt natuurlijk de tijd van de grote verlangens. Je hebt je ambitie of de dingen die je moet doen maar uiteindelijk blijkt alles toch eigenlijk maar een heuveltje te zijn, en als je het beklommen hebt, met een uitermate matig uitzicht.”
Dat noem ik uitermate verwend gedrag. Büch heeft alles bereikt wat je kunt bereiken. En dan nog met een starre kop beweren dat je de dromen van je jeugd niet hebt kunnen waarmaken? Nu was Büch een notoire leugenaar maar Waterdrinker is het dus met hem eens.
Dan zit je in Zomergasten en dan is het nog niet genoeg.
Geef een reactie