Ik ben dol op live optreden. Met name als er een beetje geïmproviseerd kan worden. Je moet dan goed luisteren naar elkaar. En dat is nu juist het lastigste.
Tegenwoordig neem ik veel op via mijn iPhone. Het is goed om zo je eigen spel te analyseren vind ik; wat doe ik goed en wat niet? En telkens besef ik: luisteren is het lastigste. Al gauw zit ik toch veel te veel in m’n eigen hoofd. Terwijl het allerbelangrijkste is om juist niet aan jezelf te denken maar aan het totaal. Goed spelen is dus vooral luisteren. Ik maak onderdeel uit van het geheel en het geheel draait niet om mij. En dat is dus verdomde lastig want ik speel al best een tijdje.
Samenspelen met anderen en improviseren vind ik heel bijzonder. Dat aftellen en gaan brengt een soort energie bij mij boven die met niets te vergelijken is. Het moet ineens allemaal kloppen. De politiek kan volgens mij nog veel leren van hoe muzikanten improviseren.
Laatst hoorde ik de opnames van een jamsessie van paar weken geleden terug. Ik hoorde dingen die me tijdens de sessie niet waren opgevallen, details van andere muzikanten. Heel vreemd dus, ik speelde goed maar een paar muzikale zaken waren toch langs mij heen gegaan. Zat ik er toch niet voldoende echt in en was ik toch teveel met mijn eigen shit bezig.
Het is natuurlijk ook heel erg mindfull, zen, of hoe je het ook moet noemen, om muziek live te spelen. Wie goed wil spelen denkt niet aan gisteren, of aan morgen. Daarom vind ik muzikanten die naar lekkere wijven in het publiek zitten te kijken ook geen echte muzikanten. Als je speelt ga je op in het totaal en luister je vooral. Maar goeds, dat is dus ook verdomde lastig.
Jezelf opnemen en terughoren is daarentegen echt onwijs vruchtbaar. Want ik wil als muzikant groeien, beter worden. En dat begint en eindigt toch echt bij heel goed leren luisteren.
Dat doet het publiek namelijk ook.
Geef een reactie