Van popmuziek wordt vaak verlangd dat het vernieuwend is. Inmiddels bestaat popmuziek een kleine 60 jaar. Kan zo’n genre zich onbeperkt blijvend vernieuwen? En waarom zou je die eis überhaupt aan een kunstvorm stellen?
Voor een boek geldt overigens niet dat het vernieuwend moet zijn. Een boek is een geprint/gedrukt verhaal in boekvorm, een concept dat al eeuwen in ongewijzigde vorm zo bestaat. En voor films geldt het ook niet, bewegend beeld met geluid wordt niet getoetst op basis van vernieuwing maar op basis van het script, het acteerwerk en bijbehorende muziek en sounddesign. Die muziek is veelal orkestmuziek, muziek die met gemak ook 100 jaar geleden gecomponeerd had kunnen zijn.
Maar voor popmuziek geldt het dus wel. Het is nog altijd een eis, zo lijkt het.
Leunen op techniek
Popmuziek leunt op nieuwe instrumenten en nieuwe opnametechnieken. De elektrische bas die zijn intrede deed in rhythm & blues is van enorm belang geweest. Hiermee kreeg de bas in de muziek een meer melodische duidelijk hoorbare rol wat met de contrabas voorheen niet mogelijk was. En zonder de elektrische gitaar had de popmuziek ook niet kunnen klinken zoals ‘ie deed in de jaren 60. Het geluid van die elektrische gitaar, karakteristiek neergezet in een A Hard Day’s Night van The Beatles, bepaalde het geluid van de popmuziek voor lange tijd. Inmiddels heeft dat instrument de synthesizer en de sampler er als concurrenten bijgekregen. Ook de drummachine is natuurlijk van groot belang geweest in het vernieuwen van de klank van popmuziek. Het is een concurrent van de drummer van vlees en bloed. De luisteraar vindt het allemaal prima. Op de beats van drummachines wordt flink gedanst.
Popmuziek leunt dus heel erg op techniek. Telkens als er een nieuw instrument uitkwam werden de early adopters ervan gezien als vernieuwers. Zo schreef Prince goeie popliedjes maar het gebruik van de Linn LM-1 drumcomputer zorgde er met name voor dat zijn funk en rock vernieuwend klonk ten opzichte van wat zijn voorgangers hebben gedaan.
Paralel aan de ontwikkeling van nieuwe muziekinstrumenten loopt de ontwikkeling van de opnametechniek. Popmuziek leunt heel sterk op die opnametechniek. Opnieuw is het dus de techniek die bepalend is. Zo waren het ook weer The Beatles die als een van de eersten begrepen dat je in de studio niet live met je band hoeft op te nemen maar stukje bij beetje een song kunt bouwen. In de loop der jaren werd het mogelijk dat proces steeds preciezer te sturen. Zo kunnen we inmiddels partijen die een beetje slordig zijn ingespeeld helemaal clean en straktrekken. Of vice versa, een te strakke partij juist weer wat losser, wat “echter” laten klinken. Ook gezongen partijen kunnen we vandaag de dag helemaal straktrekken middels autotune, waardoor niemand meer vals hoeft te zingen. Het is een soort photoshop voor geluid.
Inmiddels staat die ontwikkeling trouwens alweer een tijdje stil. Met de komst van de computer, eigenlijk een grote sampler, werden geen nieuwe instrumenten uitgevonden en ook het arsenaal effecten is sinds de autotune niet uitgebreid. Om kort te gaan: de technische ontwikkeling van muziekinstrumenten en opnametechniek staat vrijwel stil. Wat je ziet is een terugkeer naar vroeger. Zo bouwen software ontwikkelaars tegenwoordig bijvoorbeeld oude compressors letterlijk na. Compressors die The Beatles bijvoorbeeld ook al gebruikten. Niets mis mee want ik kan er dus ook over beschikken op mijn computer maar noemen we dat vernieuwing? Lijkt mij niet, eerder het tegenovergestelde.
Menig muzikant is nostalgisch op zoek naar het oude analoge geluid ook al werkt ‘ie met de computer.
Zodoende bouwen software ontwikkelaars ook alle oude synths en drummachines na. Het is big business die retro software met ditto retro looks.
Zodoende heeft het tegenwoordig weinig zin om popmuziek op vernieuwing te beschouwen.
Wat je wel ziet, en je zou dat vernieuwing kunnen noemen, is dat de populaire muziek nu gladder is dan ooit tevoren. Men zet alle microscopische digitale hulpmiddelen in om oneffenheden strak te trekken.
Zit er een grens aan vernieuwing?
Het is net als met economische groei, aan alles zit een grens. Zo ook aan de vernieuwing in de popmuziek. Je kunt wel hele futuristische instrumenten gaan bedenken, grote kans dat het niet gaat aanslaan. De ontwikkeling van de elektrische gitaar was in redelijk korte tijd beklonken. Veel gitaren uit de jaren 50 zijn nu nog veelgevraagde gitaren. Die leveren het ultieme gitaargeluid en daar gaat nooit meer iemand overheen komen. Dat zal zich niet meer vernieuwen. Menig modern gitaarbouwer bouwt die ouwe gitaren na. Hetzelfde zie je bij de synthesizers. De oude synths, Minimoogs, modulaire synths, ze vormen nog altijd het ultieme geluid. Ook daar gaat nooit meer iemand overheen komen. Het zijn klassiekers geworden.
In de klassieke wereld heeft de Stradivarius de naam. Dus niets vernieuwing, nee doe ons dat ouwe ding maar! In popmuziek zie je precies hetzelfde. Die ouwe Linn LM-1 is goud waar. Ouwe Minimoogs ook. De klassiekers dus.
Het arsenaal aan instrumenten van popmuziek ligt dus behoorlijk vast.
We willen dingen nu eenmaal niet blijvend vernieuwen. Een gitaar moet een gitaar zijn. Een synth een synth. Een drummachine een drummachine. Voeg daar teveel toetsers en bellen aan toe en je krijg een draak van Frankenstein waar je niemand warm mee krijgt. Het is geprobeerd hoor maar niemand kocht die instrumenten.
Popmuziek heeft zich lange tijd vernieuwd door de ontwikkeling van de instrumenten en van de opnametechniek. Nu daar een grens mee is bereikt ligt de vernieuwing van de popmuziek stil. Maar erg is het niet. Net zo goed als een schrijver niets anders kan doen dan een goed boek te schrijven, of ‘ie dat nu op een typemachine of op een computer doet, moet een popmuzikant slechts een goed lied schrijven. Hij of zij kan zich daarbij bedienen van een flink arsenaal instrumenten en opnametechnieken. Men kan klinken als hoe men wil klinken. Niemand kan als 2019 klinken maar met een beetje mazzel kun je tegenwoordig daarom juist tijdloos klinken.
De ratrace om de laatste mode, de vernieuwing, is het ontgroeid. Popmuziek is volwassen geworden. Lang leve het poplied!
Geef een reactie