Audio is ongrijpbaarder dan video. Een camera die loopt, ook al gebeurt er niets, je weet dat de camera iets aan het opnemen is, je ziet immers beeld. Met audio heb je dat niet. Hoor je niets, dan is er ook niets. Tenminste zo denkt het gros van de mensen, zelfs van de makers. Toch is dat niet helemaal waar.
Stel een gesprek wordt met microfoon en audiorecorder opgenomen. Gedurende dat hele gesprek registreert de microfoon geluid op een manier zoals een videocamera beeld registreert, in opname. Er is meestal wat minimale ruis te horen, geen microfoon is immers helemaal stil, en vaak zijn er ook wat zachte achtergrondgeluiden aanwezig. Dus ook al spreekt de persoon niet, dan nog horen we een minimale hoeveelheid geluid. En door die minimale hoeveelheid geluid blijven we bij dat gesprek, verwachten we dat er nog iets komt. Zitten we als het ware ‘in de scene’. Bij het monteren van audio hou je daar ook rekening mee. Laat je de persoon ‘in de scene’ blijven, soms zelfs door ruis ertussen te monteren, maskeer je de boel een beetje, maar zorg je ervoor dat de luisteraar bij de persoon blijft.
Het zijn subtiele zaken, maar essentieel voor de film in je hoofd. En voor mij het genot van audio. Je speelt letterlijk met het beeld dat de hersenen van de luisteraar opwekken.
Geef een reactie