De Volkskrant en De Morgen publiceerden beiden het artikel ‘Gooi die mp3 maar in de prullenbak’ dat geschreven is door wetenschapsredacteur en gatgetman Bard van de Weijer. Hierin betoogt hij dat we door de toegenomen snelheid van het web de mp3 moeten gaan inruilen voor een betere variant.
Het wordt tijd voor rehabilitatie van de stereotoren. De cd-speler kan worden ingeruild voor een dac. Een wat? Een digital-to-analog converter, een apparaat dat bits omzet in muziek. Is dat nuttig?
Die openingszin klopt niet helemaal. Een DAC zit namelijk in al onze digitale apparaten. De term DAC staat voor digital-to-analog convertor en het zit in CD-spelers, smartphones, iPads, laptops en ga zo maar door. Ze zijn allemaal van topkwaliteit. Zelfs in je smartphone zit een uitstekende DAC en een bijbehorende extreem ruisvrije versterker. Vroeger was dat inderdaad een ander verhaal (menig Minidisk had een ruiserig versterkertje), maar tegenwoordig heb je nooit meer last van ruis. De kwaliteit van die ingebouwde technologie is in de loop der jaren simpelweg enorm verbeterd. En dat voor een fractie van de prijs.
Hoe goed klinkt mp3?
In het artikel wordt vervolgens de kwaliteit van mp3 aan de orde gesteld:
Terwijl het bestaansrecht voor mp3 allang weg is, want zowel de opslag als het versturen van gigabytes muziek kost bijna niets meer.
En:
Er is een goede reden om mp3 aan de dijk te zetten: ‘Ongecomprimeerde bestanden klinken echt beter.’
Dat is waar, maar het verschil is te klein geworden om het aan te voeren als een valide argument. Hou me ten goede: ik ben dol op ongecomprimeerde audio en gebruik het natuurlijk zelf ook in al mijn producties. Maar het punt is: de consument is dol op compressie. Compressie wordt in elke moderne productie gebruikt om het geluid niet teveel dynamiek te laten bevatten (verkleinen van dynamiek). Dit heeft tot resultaat dat je het geluid enorm kunt gaan comprimeren zonder dat de consument het zal horen (verkleinen van bestandsgrootte). De meeste moderne muziek bevat heel weinig dynamiek en klinkt in 8 bits zelfs even goed als in 16 bits.
Tegenwoordig hanteren de meeste streaming services een norm van 320 kbps voor mp3. Dat is dik in orde en eigenlijk zelfs overkill als je kijkt naar het dynamisch bereik van hedendaagse muziek.
Hij zet Saint James Infirmary Blues van Louis Armstrong op, uit 1958. De oude opname klinkt geweldig; alsof Armstrong links voor ons in de ruimte zit. Daarna volgen Joni Mitchell en Herbie Hancock met Summertime.
Dit zijn inderdaad geweldige opnames die in het geheel niet te vergelijken zijn met de doodgecomprimeerde opnames van een Miley Cyrus of iets anders uit de Mickey Mouse categorie. Muziek die klinkt als smurfensnot.
Deze muziek klinkt in ongecomprimeerde versie overigens geen haar beter. Zelfs in 8 bit niet, simpelweg omdat het een dynamisch bereik heeft van slechts een paar decibel. Als je het mij vraagt is dat een veel groter probleem dan de kwaliteit van onze spullen. Gebrek aan dynamiek zorgt voor een saai geluid. En dat terwijl onze hedendaagse apparatuur juist in staat is om meer dynamiek dan ooit tevoren loepzuiver te produceren.
Ongecomprimeerde audio is simpelweg overkill voor het aanbieden van muziek. Het is alsof we een ritje met een Ferrari maken binnen de bebouwde kom.
Ongecomprimeerde audio is alleen handig voor mensen die zelf muziek opnemen, maar ook in dat geval ben ik voor datacompressie. Less is more.
Een goeie geluidsinstallatie
Het artikel van de Volkskrant en De Morgen leest als een grote advertorial. Nergens worden vraagtekens gesteld bij het reclamepraatje van de fabrikant van HIFI-apparatuur die aan bod komt. Zo pleit de fabrikant voor het aanschaffen van een externe DAC omdat de ingebouwde van iPhones, iPads en dergelijke ondeugdelijke techniek zou bevatten. Ik had de man wel willen uitdagen voor een luistertest. Wedden dat hij geen verschillen zal kunnen horen?
De baas van het peperdure Linn Systems viel jaren geleden ook al door de mand. Meneer Linn beweerde in 1984 dat hij digitaal niet om aan te horen vond maar kon zelf niet constateren wanneer een Sony PCM-F1 adapter tussen het signaal werd geschakeld. Sindsdien beweren fabrikanten dus nog steeds dat je een speciale DAC moet aanschaffen. Maar dit doe ik af als pure marketingonzin.
Vroeger, in mijn jeugd, 70-er jaren, waren kleine speakers niet om aan te horen zo slecht. Ook de versterkers waren een stuk slechter dan tegenwoordig, vooral als ze minimaal van ontwerp waren. Menig hoofdtelefoon toedertijd, zo’n wrakkig ding met een beugel om je kop, produceerde een partij schel geluid waar je eng van werd. Deze apparatuur is tegenwoordig zo onwijs veel beter geworden. Mijn MacBook Pro produceert ondanks haar geringe afmeting een heel rijk en mooi gebalanceerd geluid. En zelfs tablets en smartphones produceren ondanks het mini formaat nog best een behoorlijk geluid. Tuurlijk, je mist de volle klank door het gebrek aan lage tonen, maar het geluid is zuiver en gedefinieerd en vrij van vervorming.
Natuurlijk is een goeie installatie soms echt een slok beter. Want grotere speakers helpen zeker bij het weergeven van een voller geluid. Maar vergeet dan niet dat de huiskamers van tegenwoordig vaak complete galmkamers zijn geworden. Vroeger lag er een dik tapijt, vaak op een houten vloer en zat er een behangetje van dik papier tegen de muur gelijmd. En de huiskamer stond vol spullen, 2 banken, een poef, dikke gordijnen, een metersbrede boekenkast, kortom: genoeg dempend materiaal om het geluid lekker te laten klinken. Helaas, tegenwoordig leven we in betonnen minimalistische bouwpakketen waarvan de akoestiek compleet beroerd is. Geen enkele makelaar heeft daar ooit maar 1 seconde over nagedacht. Maar goeds, da’s weer een heel ander verhaal. Misschien iets voor een volgend betoog.
Geef een reactie