Ik zag deze documentaire gisteren in het Gemeentemuseum Den Haag. Daar is de expositie Happy Days te zien over de creatieve jaren in Den Haag. Zo vlak na de oorlog was Den Haag aan vernieuwing toe en schroomden de kunstenaars het experiment niet. Dat geldt overigens niet alleen voor de beeldende kunst, met vernieuwende abstracte kunst van Zero die in Den Haag een behoorlijke voedingsbodem had, maar dat geldt ook zeker voor de muziek. Vooral door toedoen van componist, muziekpedagoog en directeur van het Haags Conservatorium Kees van Baaren met zijn pionierswerk voor twaalftoonsmuziek (zonder modale harmonie, zonder toonsoort) en o.a. ook theatermaker Dick Raaijmakers die beeldende kunst, film, literatuur, theater en muziek samensmolt. En wat te denken van de Indorock en vele Haagse popbandjes die hier ontstonden? Of Radio Veronica voor de kust van Scheveningen?
Helaas, ik ben te jong, ik ben van 1968. Toch zit die Haagse tegencultuur in mijn DNA. En toen ik de heren in de documentaire zo aan de koffietafel van de Posthoorn zag zitten moest ik denken aan de eerste Haags Bakkie ontmoeting. Met een stel Haagse amateurfotografen zaten we daar jaren geleden ook aan die tafel. We hadden het weleens over de Haagse fotograaf en dichter Gerard P. Fieret die we met 2 grote emmers duivenboer soms langs de Posthoorn zagen fietsen.
Alexandrine Tinne is de eerste Nederlandse fotografe van aanzien. Zij woonde vlak om de hoek van de Posthoorn aan het Lange Voorhout. Inmiddels heeft fotograaf Anton Corbijn zich ook aan Den Haag verbonden.
In de documentaire komen onder andere ook filmmaker Paul Verhoeven, cabaretier Paul van Vliet en de bassist van de Golden Earring, Rinus Gerritsen, aan het woord over de broeierige artistieke tijd in Den Haag. Happy Days is in het Gemeentemuseum Den Haag nog t/m 20 januari 2013 te zien.
Geef een reactie