Omdat ik samen met Tom America de nieuwe formatie ‘zegzeg’ begon kwam ik Cor Jaring op het spoor. Ik had weleens een foto van de provofotograaf met het Magische Pershelm gezien maar veel meer wist ik niet over hem. De song Dat is ’n tik van me waarvoor Tom de stem van Cor leende (zie hier) gaan we met ‘zegzeg’ live-on-stage naar de mensen toebrengen. Daarbij zal ik mij wapenen met een elektrieken gitaar.
Ik besloot op onderzoek te gaan en stuitte op een kleurrijk figuur. Een Cor die leefde op nicotine, drank, fotografie en sterke verhalen. Cor was niet gespeend van ook maar 1 piepklein haartje bescheidenheid. Cor was de beste fotograaf, zo vond ‘ie zelf.
In het museum Huis Marseille is de expo Cor was hier te zien, samengesteld door fotograaf Sander Troelstra. Ik ontdekte er nieuwe dingen. Fotografie die zichzelf helemaal niet hoeft te overschreeuwen omdat het ronduit geweldig was. Ik zag een Cor in Tokyo, een Cor in Indonesië. Een Cor die last had van heimwee en vaak met zijn ziel onder z’n arm liep als ‘ie weer eens moederziel alleen aan de slag moest in een ver land. In een brief aan zijn vrouw Willy uit 1966 laat hij weten dat hij overspannen is en van de dokter in Tokyo een vitamine-injectie gekregen heeft. In Indonesië fotografeert hij Soekarno en verblijft zelfs in diens paleis. Daar ontmoet Cor ook de zangeres Nancy Sinatra die hem vraagt om naar Amerika te komen om Amerikaanse celebrities te fotograferen. Cor past en keert zo snel mogelijk weer terug naar Amsterdam.
Misschien was het een sterk verhaal want Cor was gek op sterke verhalen en kon ze als de beste vertellen. Het waren vaak complete verzinsels. Menig maal “vergiste” hij zich zelfs over wie een beroemde foto gemaakt had. Zoals in zijn provoperiode een paar keer gebeurde.
In de laatste tweeënhalf jaar voor Cor zijn dood gaat fotograaf Sander Troelstra hem met zijn camera volgen. Hij herkent zich in Cor, in de liefde voor underdogs en het ongewone. Cor laat zich fotograferen want zelf kan hij het niet meer. “Een halve Cor”, zo noemt Cor zichzelf op mindere dagen. Chronische pijnen hebben hem de das om gedaan. Maar met Sander kan ‘ie er tenminste nog over vertellen, over die goeie ouwe tijd. Het voelt voor Cor alsof ‘ie nog een beetje aan het werk is.
Volgens zijn dochter ging Cor geheel zijn eigen gang, wat volgens haar te bewonderen is. Maar de kinderen hadden het zeker niet makkelijk vroeger. De vaak afwezige vader zat tot diep in de nacht in de kroeg en dronk het verdiende geld op. In een korte docu die tijdens de expo vertoont wordt zie ik hoe de tranen over de wangen van zoonlief rollen als ‘ie een foto van Cor ziet tussen de Indonesiërs. Hij voelt de weemoed van pa. De fotograaf die gedwongen is om geld te verdienen, desnoods in een ver land. De ambitie riep. Maar hij zat liever in Amsterdam.
Het leven is een verhaal dat gemaakt moet worden.
(omslagfoto gepubliceerd onder CC BY-SA op Nationaal Archief: Jac. de Nijs)
Geef een reactie