Ik vertoefde gisteren voor de 3e keer in het Van Goghmuseum. Of was het misschien toch de 4e keer? Hoe dan ook, vandaag zag ik in zijn schilderijen iets nieuws: de geweldige expressie die uit de portretten van Van Gogh spreekt. Het gemoed van de geportretteerde spat van het doek af op een manier die gelijk is aan bijvoorbeeld een Rembrandt.
Echter, Vincent had hiervoor wel een Totaal Eigen Vorm gevonden zodat zijn werk zich totaal onderscheidt van de schilders die hem voor zijn gegaan. Zijn portretten die hij met de techniek van het pointillisme uitvoerde zitten vol expressie en zijn modern, vernieuwend. Van Gogh vond een universe expressie gelijk aan die van Rembrandt, alleen zonder diens realisme na te hoeven bootsen. Hij gebruikte daarvoor de techniek van het schilderen in stipjes en streepjes met complimenterende kleuren in tegenstelling tot het aloude mengen van verf.
Daarbij was de man zo oer-Nederlands, deze bleekneus met rossig haar, dit kind van een predikant, deze ultieme aardappeleter.
Hij begon met schilderen in 1881. Een kleine tien jaar later in 1890 stierf hij. Een kort mensenleven van slechts 37 jaar dat in die korte tijd de schilderkunst compleet op zijn kop heeft weten te zetten. Alleen heeft Vincent daar zelf niets van meegekregen, zoals het zo vaak gaat met kunstenaars. Hij was zijn tijd (te) ver vooruit. Maar we hebben het begrepen. En gezien. Gisteren opnieuw.
Geef een reactie