Een paar jaar geleden nam ik een tijdje zangles. De zanglerares vertelde dat wie een mooie praatstem heeft ook een mooie zangstem kan ontwikkelen. Je hebt tenslotte maar 1 stem. Praten gaat automatisch maar zingen niet, dus daar moet je hard voor werken. Het kost meer lucht en meer beheersing van de stembanden. En zuiver zingen is ook een behoorlijke uitdaging.
Zelfs ervaren zangers kunnen soms vals zingen. Om niet vals te zingen moet je niet alleen je eigen stem beheersen maar je stem ook goed kunnen horen. Dat gaat soms in live situaties mis. Als de zanger zijn eigen stem niet goed hoort kan hij zijn stem ook niet goed tunen.
Een stem zweeft trouwens altijd een beetje in toonhoogte. En dat is prima, want we houden allemaal van die lichte zweving in het geluid. Een starre strakke toon zoals een Auto-tune die kan genereren klinkt als een robot. Het effect wordt tegenwoordig veel geapprecieerd maar ik vind het vaak te levenloos klinken.
Er zijn vele manieren om te zingen. Krachtig en theatraal zoals Maria Callas. Zacht zoals João Gilberto. Breekbaar zoals Elliot Smith. Bijna gesproken zoals Serge Gainsbourg. Omfloers zoals Eefje de Visser. Schoor en vervormd zoals Tom Waits. In het Cockney zoals Baxter Dury. Tussen rappen en zingen in zoals Ghostpoet. Of roepend zoals Sleaford Mods.
Wat je met je eigen stem kunt bereiken heeft natuurlijk te maken met de beperking van je eigen stem maar minstens evenveel met de hoeveelheid tijd die je overhebt om je stem te trainen. Het allerbelangrijkste is denk ik de vraag: hoe wil je klinken?
Die laatste vraag stel ik mijzelf nu ook.
Geef een reactie